Van A tot Zin 1.15
1 / 27
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wat hoor je?
A
dring
B
drink
Slide 8 - Quiz
Wat hoor je?
A
pech
B
pek
Slide 9 - Quiz
Wat hoor je?
A
bang
B
bank
Slide 10 - Quiz
Wat hoor je?
A
cent
B
kent
Slide 11 - Quiz
Maak de zin af.
Hij ... (lopen) naar huis.
Hij ... (lopen) naar huis.
Slide 12 - Open question
Maak de zin af.
Ik ...(drinken) mijn thee.
Ik ...(drinken) mijn thee.
Slide 13 - Open question
Maak de zin af.
Wij ...(eten) een appel.
Wij ...(eten) een appel.
Slide 14 - Open question
Ik .... mevrouw Judith.
A
ben
B
is
C
zijn
Slide 15 - Quiz
Hij .... mijn broer.
A
ben
B
bent
C
is
Slide 16 - Quiz
Jij .... Emma.
A
bent
B
is
C
zijn
Slide 17 - Quiz
Wij .... op school.
A
ben
B
is
C
zijn
Slide 18 - Quiz
U ... mijn opa.
A
ben
B
bent
C
is
Slide 19 - Quiz
Jullie ... broer en zus.
A
bent
B
ben
C
zijn
Slide 20 - Quiz
Zij ... een vrouw.
A
ben
B
is
C
zijn
Slide 21 - Quiz
Zij ... Sam en Max.
A
zijn
B
ben
C
is
Slide 22 - Quiz
Ik zijn Karel.
A
goed
B
fout
Slide 23 - Quiz
Jullie is mijn ouders.
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quiz
Jij bent mijn zus.
A
goed
B
fout
Slide 25 - Quiz
Wij zijn op school.
A
goed
B
fout.
