Deel 5 - Wanneer verjaar jij?

Deel 5 - Wanneer verjaar jij?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
OkanSecundair onderwijs

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 125 min

Items in this lesson

Deel 5 - Wanneer verjaar jij?

Slide 1 - Slide

bladzijde 126, oefening 1 (koor)
Let op je intonatie!

A: Hoe oud ben jij?
B: Ik ben zeventien jaar.

A: Hoeveel jaar ben jij?
Ik ben veertien jaar.

Slide 2 - Slide

Hoe oud ben jij?
Wanneer moet je zeggen hoe oud je bent?
--> Wanneer je alcohol wil kopen.
--> Wanneer je met de brommer wil rijden.
--> ...
Wanneer nog?

Slide 3 - Slide

We spelen theater
Situatie: iemand wil sigaretten kopen ...

Slide 4 - Slide

We spelen theater
Je wil een ticketje kopen voor de trein.
Als je jonger bent dan 26 jaar, is dat goedkoper.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

We spelen theater
Je wil een ticket voor de zoo kopen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

bladzijde 126, oefening 2 (koor)
Let op je intonatie!

A: Wanneer verjaar jij?
B: Ik verjaar op 17 november.


Slide 9 - Slide

blz. 127: de maanden 
1 = één --> de eerste
2 = twee --> de tweede
3 = drie --> de derde
4 = vier --> de vierde
5 = vijf --> de vijfde
8 = acht --> de achtste
20 = twintig --> de twintigste
45  --> de vijfenveertigste
 

regel:
van 2 tot 19: getal + de
van 20 tot 100: getal + ste

Pas op!  Speciale woorden:
1e = de eerste
3e = de derde
8e = de achtste


--

Slide 10 - Slide

bladzijde 127: 
de maanden
We overlopen de maanden.
Je zegt 'januari' en gooit de bal naar iemand.
De volgende persoon zegt 'februari' en gooit de bal 
naar iemand.
Zo tellen we verder ...

Slide 11 - Slide

blz. 127, de seizoenen
de lente - de zomer - de herfst - de winter

Ze verjaart OP 3 mei.
Ze verjaart IN mei.
Ze verjaart IN de lente.

Slide 12 - Slide

bladzijde 128, oefening 6
Wanneer verjaren deze mensen?
Denk zelf goed na. 
Deze oefening doe je eerst alleen.
Daarna overlopen we samen.

Slide 13 - Slide

bladzijde 129, oefening 6
We maken een verjaardagskalender.

Je wandelt door de klas en vraagt aan iedereen: 
'Wanneer ben jij jarig?' of 'Wanneer verjaar jij?'
Je antwoordt met een zin: 
'Ik ben jarig op 10 oktober' of 'Ik verjaar op 15 juli'.
Je schrijft de naam van iedereen in de verjaardagskalender.

Slide 14 - Slide

leerling A: blz. 141 <--> leerling B: blz. 142
Stel de juiste vragen. Bijvoorbeeld:
'Hoelang is Daan al in België?
'Wanneer verjaart Irina?'

Slide 15 - Slide

bladzijde 130, oefening 8
Lang zal hij leven!
Lang zal hij leven!
Lang zal hij leven in de gloria!
In de gloria!
In de gloria!
Hiep hiep hiep ... hoera!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

bladzijde 130, oefening 9
Christa Peeters is jarig.
Schrijf een Facebookbericht naar Christa.


Slide 18 - Slide

bladzijde 130, oefening 9
Wat kan je op Facebook of op een verjaardagskaartje schrijven?
Gelukkige verjaardag!
Hartelijk gefeliciteerd!
Een dikke proficiat!
Ik wens je een heel mooi jaar!

Slide 19 - Slide

bladzijde 131, oefening 11 (koor)
- Gelukkige verjaardag!
- Dankjewel!
- Ik heb een cadeautje voor jou!
- Oh, een boeket bloemen! Dat is lief! Bedankt! 
- Graag gedaan! En nog eens proficiat!


Slide 20 - Slide

leerling A: blz. 143 <--> leerling B: blz. 144
- Gel... ver... !
- D... !
- Ik heb een c... v... j... !
- Oh, ..............! Dat is l...! B...! 
- Gr... g... ! En nog eens pr... !


Slide 21 - Slide

blz. 131, oefening 12
We brengen een toost uit.
Op de gezondheid van Ahmad! 
Nog vele jaren!
Leve Ahmad!
Gezondheid!
Proost!
In Vlaanderen zeg je: Schol!

Slide 22 - Slide

bladzijde 131, oefening 13 + 14
We kijken naar de interviews.

Eerste keer kijken:
13. Schrijf de juiste datum onder de foto.

Tweede keer kijken:
14. Zet een X bij 'juist' of 'fout'.

Slide 23 - Slide

blz. 132-133, oef. 15
Hoe heet de koning van België?
Hoe heet de koningin van België?
De zoon van de koning is een prins.
De dochter van de koning is een prinses.
Hoe heten de zoons van de koning en de koningin van België?
Hoe heten de dochters van de koning en de koningin?
Wanneer verjaren ze?

Slide 24 - Slide

blz. 132-133, oef. 16
Wanneer verjaren deze bekende Belgen?
Ken je alle woorden?
journaliste - presentatrice - astronaut - zanger - Miss België - regisseur - modeontwerper

Slide 25 - Slide

We oefenen met onze partnerklas.
Wat moeten we kunnen?
- Je kan vragen wanneer iemand verjaart.
- Je kan vragen in welk jaar iemand geboren is:het geboortejaar.
- Je kan vragen in welk seizoen iemand geboren is.
- Je kan rangtelwoorden gebruiken: de eerste maand, 
de tweede maand, de derde maand ...
- Je kan vragen waar iemand geboren is: de geboorteplaats.

Slide 26 - Slide

We oefenen met onze partnerklas.
1. Verjaardagskalender invullen: 
Wat is jouw naam? / Hoe heet jij?
Hoe spel je dat? (Kan je dat herhalen? / Wablieft?)
Wanneer verjaar jij? / Wat is jouw verjaardag?
Oh, dan verjaar jij in de eerste / tweede ... maand van het jaar!
Oh, dan verjaar jij in de lente / de zomer / de herfst / de winter!
2. In welk jaar ben jij geboren?
3. Wat is je geboorteplaats? / Waar ben jij geboren?

Slide 27 - Slide

We oefenen met onze partnerklas.
1. verjaardagskalender: 
naam?
Hoe sp____  ___  _____? 
verjaardag ?
= hoeveelste maand van het jaar?
= in welk seizoen?
2. geboortejaar
3. geboorteplaats

Slide 28 - Slide