Etiquette

Werken in de Horeca!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
horecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werken in de Horeca!

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan
bij het woord
HORECA?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Sector horeca
Bij de horeca horen alle bedrijven die zich bezighouden met het verkopen van eten, drinken en overnachtingen. 
Het is een sector waar regelmatig vernieuwingen en trends te zien zijn. 

Slide 4 - Slide

Belangrijk in de horeca is:
"Etiquette"

Slide 5 - Slide


Wat betekent het woord 'etiquette'?
A
plaksticker
B
regels over wat beleefd is en wat niet
C
naam van de radioshow

Slide 6 - Quiz

Voorbeelden van
Etiquette

Slide 7 - Mind map

0

Slide 8 - Video

Wat viel op in het filmpje?

Slide 9 - Open question

Wat is de grootste tafel ergernis?
A
Slurpen, smakken of boeren
B
Gebruik smartphone
C
Met volle mond praten
D
Met open mond kauwen

Slide 10 - Quiz

Wat zijn jullie eigen grote tafel ergernissen of tafelmanieren?

Slide 11 - Open question

voorbeelden van
goede tafelmanieren?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Video

Computer opdracht
Zoek op internet 3 verschillende tafelmanieren van:
- Nederland
- Groot-Britannie
- Islamitische landen

Zoek per land een plaatje en noteer daarbij jouw 3 ontdekkingen, verwerk dit in word. Stuur dit op via de mail.
timer
35:00

Slide 14 - Slide

De tafel dekken 
Waar leg je wat neer, en waarom....? 

Slide 15 - Slide

Regels bij tafel dekken
  1. Was je handen 
  2. Gebruik een tafellaken of placemats  
  3. Borden 1 cm van de tafelrand en recht tegenover elkaar 
  4. Mes rechterkant, snijkant naar het bord 
  5. Vork links 
  6. Soeplepel rechts (indien van toepassing) 
  7. Dessertlepel boven het bord. Handvat rechts 
  8. Gevouwen servet rechts naast het bestek of in het midden van het bestek
  9. Wijnglas of waterglas boven het mes

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Hoeveel cm moet een bord van de tafelrand staan?
A
Ongeveer 3 cm
B
Ongeveer 2 cm
C
Ongeveer 4 cm
D
Ongeveer 1 cm

Slide 18 - Quiz

Vorken leg je ..... van het bord
A
Rechts
B
Links

Slide 19 - Quiz

Waar moet de dessertlepel liggen?
A
Boven aan het bord
B
Links van het bord
C
Rechts van het bord
D
Onderaan het bord

Slide 20 - Quiz

Messen leg je ....... van het bord
A
Rechts
B
Links

Slide 21 - Quiz

Waar leg je een servet?
A
Links naast het bestek of tussen het bestek
B
Rechts naast het bestek of tussen het bestek

Slide 22 - Quiz

Glazen zet je boven ....
A
De vork
B
Het mes

Slide 23 - Quiz

Waar staat het wijn of waterglas?
A
Linksboven
B
Rechtsonder
C
Rechtsboven
D
Linksonder

Slide 24 - Quiz

Wat staat hier fout?
A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D

Slide 25 - Quiz

Wat staat hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Soeplepel, vork en mes

Slide 26 - Quiz

Wat staat hier fout?
A
Mes, vork en soeplepel
B
Soepkom
C
Alles staat goed

Slide 27 - Quiz

Wat staat hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Alles is goed

Slide 28 - Quiz

Ork ork ork, soep eet je met een
A
vork
B
lepel

Slide 29 - Quiz

Menu: 
1. Tomatensoep
2. Biefstuk met friet
 

Slide 30 - Drag question

  • Zelf oefenen met servetten vouwen
  • Bekijk het filmpje en doe het na.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Klaar!



Dat was het, hopelijk ging het goed.
Tot de volgende keer.

Slide 33 - Slide