A5sp8 - Periode 1, Les 3 (PA4 H3) - GSE (06-09-2024)

Bienvenidos

LESSONUP: ga naar lessonup.app -> klascode A5sptl8: NALKD
OF meld je aan via de link in magister. De link staat bij je eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 42
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

LESSONUP: ga naar lessonup.app -> klascode A5sptl8: NALKD
OF meld je aan via de link in magister. De link staat bij je eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Slide

Reglas
  1. groeten bij binnenkomst, geen jas in de klas, rustig op eigen plaats gaan zitten
  2. spullen en huiswerk in orde
  3. als de docent spreekt, ben je stil
  4. vragen? hand opsteken
  5. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden, sites, magister, mail of meldingen open hebben staan)
                                                 
                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen!

Slide 2 - Slide

Info
Periodes: 2-1-1-2
Materiaal:
- Paso Adelante deel 4, libro de alumno 2
- Schrift, Laptop,  Lessonup
Huiswerk: Studiewijzer is leidend.
Toetsen in Overgangsdossier en PTA:
- Opdrachten: leesdossier
- Tussentoets: verleden tijden + hoofdstuk 3
- Leesvaardigheid (Toetsweek)

Landelijke norm: leren van een moderne vreemde taal op het vwo kost halve dag per week 

Slide 3 - Slide

El programa 

  • Info, deberes
  • COMPROBAR LOS DEBERES (15m) 
  • VOCAB C (10m)
  • evt. ESCUCHAR: Capítulo 3, B ej. 14-15 (15m)
  • GRAM: los verbos reflexivos + los pasados (20m)
  • -> Libro
  • Evaluación, deberes



Slide 4 - Slide

H3, Vocabulario B (p.52):

de wond
A
el movimiento
B
el auxilio
C
la herida
D
la nariz

Slide 5 - Quiz

H3, Vocabulario B (p.52):

de zeep
A
el veneno
B
la postura
C
el jabón
D
el estómago

Slide 6 - Quiz

H3, Vocabulario B (p.52):

vermijden
A
estar cansado
B
evitar
C
picar
D
romper(se)

Slide 7 - Quiz

H3, Lenguateca B (p.21)

Ik ben gevallen
A
Me duele la cabeza
B
Te aconsejo descansar
C
¿Qué te pasa?
D
Me he caído

Slide 8 - Quiz

COMPROBAR LOS DEBERES - 10 min. 
Aprender: 
  • Voca B (p. 52) in beide richtingen 
  • Lenguateca B in beide richtingen 
  • Alvast bestuderen: Perfecto + Indefinido + Imperfecto (libro de referencia vanaf p.4 nrs. 1-2-3 vervoegingen + het gebruik van de verleden tijden vanaf p.17 nrs. 7-8-9. 
  • uit het hoofd leren: de regelmatige vormen van de indefinido + de imperfecto 

Hacer:  
  • Afmaken Capítulo 3, Fuente ej. 3-4-5 (oef 5 schriftelijk) 
  • Maak ook oefening 2: noteer de Spaanse woorden + de Nederlandse vertaling 
             

Slide 9 - Slide

Ejercicio 2, respuestas
La cabeza - het hoofd
la mano- de hand
los ojos - de ogen
el pulmón - de long
la espalda - de rug
el pie - de voet
la pierna - het been
el brazo - de arm
el dedo - de vinger
el cerebro - de hersenen
el estómago - de maag
la rodilla - de knie
la garganta - de keel
la nariz - de neus
las orejas - de oren
el corazón - het hart
el codo - de elleboog
la cadera - de heup

Slide 10 - Slide

Ejercicio 3, respuestas
Ejercicio 3a
1 Natalia: 1 dag / Manuel: 3 dagen
2 Natalia: nee / Manuel: nee
3 Natalia: nee / Manuel: nee
4 Natalia: nee / Manuel: ja




Ejercicio 3b
Patient: Natalia Rivas
Klachten: buikpijn en vermoeid
Oorzaak: Natalia heeft teveel en te vet               gegeten op de verjaardag van haar oma
Advies: een aangepast dieet volgen
Patient: Manuel Pérez
Klachten: keelpijn, hoofdpijn, verkouden
Oorzaak: Manuel is verkouden
Advies: goed uitrusten, medicijnen slikken

Slide 11 - Slide

Ejercicio 4
Ejercicio 4
1 pasa
2 resfriado
3 medicamento
4 pastillas
5 alergia
6 vomitar
7 fiebre
8 me encuentro mal
9 médico
10 descansar

Slide 12 - Slide

Ejercicio 5:
Compara tu texto con el ejemplo -> mejorar -> hablar 
Ejercicio 5ab
1 No, no me pongo nunca enfermo/a.    /    Sí, me pongo enfermo/a muchas veces.
2 La última vez que me puse enfermo tenía la gripe. Tenía fiebre. Estaba resfriado/a y tenía mucho dolor de cabeza/garganta.
3 Estuve enfermo/a dos días.
4 Tomé aspirinas y descansé mucho.
5 Sí, me rompí el brazo/la pierna hace 2 años.  /  No, no me he roto el brazo/la pierna nunca.

Extra: vergelijk de rode woorden. 
Waarom wordt in de eerste zin de indefinido gebruikt, en in de tweede zin de perfecto?


Slide 13 - Slide

Vocabulario C, p.52-53
  1. Estudia el vocabulario, 2 minutos.
  2. Selecciona 5-7 palabras.
  3. Apunta 5-7 preguntas con las palabras -> próxima página
timer
2:00

Slide 14 - Slide

Apunta 5-7 frases con las
palabras de vocabulario C.
timer
2:30

Slide 15 - Open question

Escuchar: el consejo del médico
HACER: H3, p. 20-21 ejerc. 14-15 (CD2, fragmento 2)
  1. Lee las preguntas del ejercicio 14ab. ¿Qué significan las preguntas? -> hacer 14ab
  2. Haz el ejercicio 15. Usa el contexto para saber el significado de las palabras.
                       ¿Ayuda? Usa tu vocabulario en p.52.




¿TERMINADO? 
Practica el vocabulario al final del lessonup.
Oef 14

Slide 16 - Slide

Verbos
  1. Los pasados: indefinido + imperfecto -> 4 preguntas 
  2. El verbo reflexivo

Slide 17 - Slide

Noteer de vervoegingen in de indefinido van:
1) estudiar
2) comer

Slide 18 - Open question

Ayer Esmée (comer) .... un bocadillo de tortilla.
A
comaba
B
ha comido
C
comió
D
comía

Slide 19 - Quiz

Noteer de vervoegingen in de imperfecto van:
1) hablar
2) beber (= drinken)

Slide 20 - Open question

Cuando era niño, Esmée siempre (comer) .... cereales por la mañana.
A
come
B
ha comido
C
comió
D
comía

Slide 21 - Quiz

Me siento mal, 
me siento fatal...


¿Qué significa el texto en la imagen?


Slide 22 - Slide

Gramática: Los verbos reflexivos + los pasados (20m) 
ESTUDIAR: Gram B (H3, p.13-14)
HACER: ejercicio 10abc

¿TERMINADO?
  • PRACTICA los pasados en las próximas páginas (perfecto, indefinido, imperfecto) 
  • APRENDE los pasados de: ser, estar, tener, ir, ver, hacer (libro de referencia p.6-16)

Slide 23 - Slide

Gramática: 
verbos reflexivos
ESTUDIAR: Gram B (H3, p.13-14)
HACER: ejercicio 10abc 
       (NB Denk aan de kilnkerwisseling!)



¿TERMINADO?
  • PRACTICA los pasados en las próximas páginas (perfecto, indefinido, imperfecto) 
  • APRENDE los pasados de: ser, estar, tener, ir, ver, hacer (libro de referencia p.6-16)
timer
15:00

Slide 24 - Slide

DE VERLEDEN TIJDEN
Als je iets vertelt wat in het verleden ligt, gebruik je de verleden tijd. Het Spaans kent meerdere verleden tijden. Bestudeer de uitleg van drie verschillende verleden tijden. 
1. VER: Bekijk de filmpjes
2. LIBRO DE REFERENCIA: de vervoegingen vind je in libro de referencia nr. 1-2-3, het gebruik van de tijden vind je onder andere in nr. 11






Presente perfecto
Pretérito indefinido
Pretérito imperfecto

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Practicar los pasados (conjugaciones)
Je gaat nu online oefenen met:
  • regelmatige ww: kies uit vocab BCD en uit de groene grammaticablokken
  • onregelmatige ww: ser, estar, tener, ir, ver, hacer
  • wederkerende ww: kies uit vocab BCD en uit de groene grammaticablokken

Ga naar Verbuga.
Links: klik de werkwoorden aan die je gaat oefenen
Rechts: klik aan perfecto en/of indefinido en/of imperfecto

Slide 30 - Slide

Tijd over?
Werk aan je leesboekje.

Slide 31 - Slide

¿Qué has
aprendido hoy?

Slide 32 - Mind map

Los deberes (Paso adelante H3)

Aprender: 
Voca C (p. 52-53) S-N 
Wederkerende werkwoorden, grammatica B (p.13-14) 
uit het hoofd leren: de indefinido van zes onregelmatige werkwoorden: ser, estar, tener, ir, ver, hacer. Kijk hiervoor in de alfabetische lijst in libro de referencia vanaf p.7. 

Hacer, Afmaken voor leesvaardigheid: 
texto 1 (H3, oef 6 + 7) 
Boekje H1 afmaken 

Hacer (wordt besproken in les 5):  
afmaken H3 ej. 10abc + oef 14-15 






Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Verleden tijden: perfecto - imperfecto - indefinido



EXPLICACIÓN: 
1. powerpoint 1 (perfecto - indefinido - imperfecto)
2. powerpoint 2 (indefinido - imperfecto) 


Libro de referencia nr. 11 (op pagina 18-19)


Slide 35 - Slide

Pluscuamperfecto 
Toen ik de tv aandeed, was het programma al begonnen.
        Cuando encendí (indef.) la tele, ya había comenzado (plusc.) el programa.
Toen ik naar buiten ging, had het geregend. 
        Cuando fui (indef.) afuera, había llovido (plusc.).

-> Meestal vertaal je de pluscuamperfecto met 'had/hadden + voltooid deelwoord'. 

1. ESTUDIAR: H4, gramática  C, p.79
2. PRACTICAR: ej. 27 + 28abc
¿Terminado? Hacer ej. 11de





Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

timer
1:00
Las partes del cuerpo: Mira un minuto -> después apuntas las palabras

Slide 40 - Slide

Apunta las partes del cuerpo + traducción.
timer
1:00

Slide 41 - Open question

Los pasados (de verleden tijden)
1. ESTUDIAR
  • el uso: libro de referencia p.17-18, nrs 7, 8, 9
  • las conjugaciones: libro de referencia p.4-6, nrs 1, 2, 3

2. ¡A PRACTICAR!  

  • 'Extra boekje verleden tijden': hacer p. 9 ejercicio 1 (classroom), hacer en tu cuaderno (schrift)

3. ¿TERMINADO? 
--> practicar con verbuga.eu (aanklikken: alle ww. + tijden perfecto, indefinido, imperfecto)
timer
8:00

Slide 42 - Slide