What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
th1 les 43 (2 februari)
Mardi 23 août
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Mardi 23 août
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce qu'on va faire?
Even opfrissen: le verbe AVOIR (5 minutes)
Tester le verbe AVOIR (20 minutes)
Werkbladen nakijken (10 minutes)
Leren voor het SO ! (10 minutes)
Aan het eind van de les heb je het werkwoord avoir herhaald
Aan het eind van de les heb je de wpordjes geoefend
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
AVOIR
Slide 4 - Slide
Tester le verbe avoir (20 min)
Prends ton portable!
Ga naar lessonup.app en voer de code van deze les in.
We gaan een quiz doen over het werkwoord avoir
Slide 5 - Slide
Welke vorm van "avoir" past bij "tu ..."
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 6 - Quiz
Welke vorm van "avoir" past bij "il"
A
ai
B
a
C
as
D
ont
Slide 7 - Quiz
Vertaal: Zij hebben (mannelijk)
Slide 8 - Open question
Wat is de juiste vervoeging van "avoir" bij : Ils ... (alleen de persoonsvorm invullen)
Slide 9 - Open question
Wat is de juiste vervoeging van "avoir" bij : nous ... (alleen de persoonsvorm invullen)
Slide 10 - Open question
Kies de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 11 - Quiz
Wat is de vertaling van "zij hebben" (vrouwelijk)
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
J' ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
ont
D
avons
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging van "avoir" bij : vous ... (alleen de persoonsvorm invullen)
Slide 14 - Open question
Kies de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging van "avoir" bij : elle ... (alleen de persoonsvorm invullen)
Slide 16 - Open question
Kies de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
B
C
D
Slide 17 - Quiz
Vertaal "jij hebt"
Slide 18 - Open question
Kies de juiste vorm van "avoir" bij: il
A
avons
B
a
C
ont
D
as
Slide 19 - Quiz
Welke persoonsvorm hoort NIET bij het werkwoord "avoir"?
A
ai
B
avez
C
êtes
D
avons
Slide 20 - Quiz
Werkbladen nakijken (10 min)
Pak de twee werkbladen er bij!
We kijken ze samen na :)
Slide 21 - Slide
Woordjes leren! (10 minutes)
Ga aan de slag met de woordjes.
- Quizlet: link staat in magister, gebruik deze!
- Boek: apprendre 1, 2, 3 + de getallen (p. 64-65)
- Hoe? Frans naar Nederlands, Nederlands naar Frans
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Unité 2 - Grammaire I - verbe avoir
January 2023
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
les 46- 01/02/2022
January 2022
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Unité 2 - Grammaire I - verbe avoir
January 2023
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
P4 avoir, être, aller, faire in alle tijden
May 2024
- Lesson with
41 slides
T03 - 3.2.5 Le passé récent et le futur proche
November 2022
- Lesson with
50 slides
Frans
Secundair onderwijs
1TH le verbe avoir
November 2021
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Le verbe etre 30-01-2024 finale 1 A
March 2024
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Franse werkwoorden
October 2022
- Lesson with
22 slides
Frans
Lager onderwijs