This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
WELKOM
3 Kader
Welkom 2TL2
Slide 1 - Slide
Let op je plek
Slide 2 - Slide
De les start over twee minuten !
- Mobiel in de bak
- Boek, laptop, pen en schrift op
tafel
- Tas van de tafel
- Eigen naam in LessonUp
- Iedereen doet mee
timer
2:00
Slide 3 - Slide
Programma van de les 2TL2
25 maart
Programma:
Aanwezigheid
Afspraken
Terugblik/Huiswerk
Uitleg
Aan de slag
Lesdoel:
Ik kan een zakelijke e-mail schrijven.
Slide 4 - Slide
Allereerst...
Is iedereen aanwezig?
Slide 5 - Slide
Afspraken
Mobiel in de bak.
Als de docent praat, luisteren we.
Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
We doen mee in de les.
We maken ons huiswerk.
Slide 6 - Slide
Lesdoel
Ik kan een zakelijke e-mail schrijven.
Slide 7 - Slide
Terugblik H5 lezen
Welke tekstdoelen zijn er?
Informeren
Instrueren (iets uitleggen of leren)
Activeren (iets laten doen)
Overtuigen (een mening geven)
Amuseren (vermaken)
Slide 8 - Slide
Terugblik H5 Lezen
Kritisch lezen
Deskundigheid
Doel van de tekst
Bron van een tekst
Slide 9 - Slide
vragen over het huiswerk?
Maken H5 Lezen: Kritisch Lezen: Opdracht 3, 4 en 5
Slide 10 - Slide
H5 Een zakelijke e-mail schrijven
Een zakelijke e-mail stuur je naar bedrijven, organisaties of personen die je niet kent. Je kunt bijvoorbeeld een e-mail sturen naar FNV Jong als je op zoek bent naar een stageplek of als je informatie wilt vragen voor een werkstuk. In een zakelijke e-mail gebruik jeformele taal.
Slide 11 - Slide
Maak twee zinnen. Groet iemand zo formeel mogelijk en iemand zo informeel mogelijk.
timer
2:00
Slide 12 - Open question
Een zakelijke e-mail schrijven
Inhoud:
– In de inleiding schrijf je wie je bent en waarom je de e-mail schrijft. Dat noem je de aanleiding voor het schrijven van de e-mail.
– In het middenstuk geef je aan welke informatie je wilt hebben of stel je je vragen.
– In het slot spreek je een wens of verwachting uit, bijvoorbeeld: ‘Ik hoop snel een antwoord van u te krijgen.’
Slide 13 - Slide
Een zakelijke e-mail schrijven
Vorm:
– Vul altijd de onderwerpregel (‘Subject’) in. Daarin zet je kort en duidelijk waarover je e-mail gaat.
– Begin met een formele aanhef, bijvoorbeeld: ‘Geachte heer of mevrouw,’ of ‘Geachte mevrouw Meppelink,’.
– Spreek de ander aan met ‘u’ en gebruik beleefde taal.
– Gebruik witregels tussen alle onderdelen van de e-mail.
– Rond je e-mail af met een slotzin, bijvoorbeeld: ‘Alvast hartelijk bedankt voor de informatie’ of ‘Alvast hartelijk bedankt voor uw antwoord’.
– Sluit af met een formele groet, bijvoorbeeld: ‘Met vriendelijke groet,’ of ‘Hoogachtend,’.
– Vermeld onderaan je naam en eventueel je adres en telefoonnummer.
Slide 14 - Slide
Waar komt geen witregel?
A
Tussen het middenstuk en je verwachting
B
Tussen wie je bent en waarom je de mail schrijft
C
Tussen de aanleiding en de informatie die je wilt
D
Tussen je vragen en de wens die je uitspreekt
Slide 15 - Quiz
Laatste quizvraag
Slide 16 - Slide
Welke is juist?
A
Geachte Meneer Van den Bos
B
geachte meneer Van den Bos
C
Geachte meneer Van den Bos
D
Geachte meneer van den Bos
Slide 17 - Quiz
Huiswerk
Maak Schrijven H5 1 t/m 3 op blz 123 voor vrijdag.
Stuur de mails uit opdracht 2 en 3 naar j.blank@berechja.nl