Dixième cours- 27 octobre 2021

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Weet je wat je nog goed moet doornemen voor de toets





Slide 2 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

Slide 3 - Slide

Vocabulaire A

Slide 4 - Slide

Vocabulaire B

Slide 5 - Slide

Vocabulaire E

Slide 6 - Slide

Vocabulaire F

Slide 7 - Slide

Verschillende tijden
-présent
-passé composé
-futur proche

Slide 8 - Slide

conjugaison - verbes -ER - présent

Slide 9 - Slide

Ezelsbrug -> ww -er
een  eskimo  eet  ons  ezeltje  enthousiast
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 10 - Slide

De présent! Zet het antwoord in de présent.

Slide 11 - Slide

Passé Composé

Slide 12 - Slide

Futur proche
J' (ik)
vais
parler
Tu (jij)
vas
parler
Il/elle/on (hij/zij/wij)
va
parler
nous (wij)
allons
parler
Vous (jullie/u)
allez
parler
Ils/elles (zij)
vont
parler
Ik ga praten
Toekomende tijd: futur proche

Slide 13 - Slide

Le passé composé

Slide 14 - Slide

le futur proche
je
manger
tu
regarder
elle
chanter
nous
danser
vous
jouer
elles
nager
timer
2:00

Slide 15 - Slide

futur proche

Slide 16 - Slide

le futur proche
je
manger
je vais manger
tu
regarder
tu vas regarder
elle
chanter
elle va chanter
nous
danser
nous allons danser
vous
jouer
vous allez jouer
elles
nager
elles vont nager

Slide 17 - Slide

Dobbelen...!
1. Ik ga drie keer dobbelen. Per dobbelsteen zijn er 6 verschillende personen, werkwoorden en tijden. 
2. Je schrijft de juiste vorm op in je schrift.
3. Heb je alles goed? Dan krijg je een prijsje!


Slide 18 - Slide

De rijtjes 
1
tu
2
nous
3
elle
4
vous
5
ils
6
je
1
parler
2
nager
3
donner
4
rencontrer
5
expliquer
6
raconter
1
p.c
2
présent
3
futur proche
4
p.c
5
présent
6
futur proche

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
1. Ik gooi : 1,4 en 5
1=tu, 4=rencontrer, 5=présent
Antwoord: Tu rencontres 


Slide 20 - Slide

Verhaal over je vakantie maken
1. Maak een woordweb met Franse woorden die gaan over je vakantie.
2. Maak daarna een overzicht van werkwoorden die je kan gebruiken.
3. Maak een verhaaltje in het Frans van circa 30 woorden.

Slide 21 - Slide

Devoirs
Leren voor de toets:
Chapitre 1
Vocabulaire A-B-E-F
Phrases clés C-G
Grammaire D-H


Slide 22 - Slide