Lezen - Quiz

Je bent jong, leergierig en een doorzetter.
Welke functie heeft 'en'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Volgorde
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Je bent jong, leergierig en een doorzetter.
Welke functie heeft 'en'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Volgorde

Slide 1 - Quiz

Ik werk het liefst met een laptop omdat ik dan overal kan werken.
Welke functie heeft 'omdat'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Volgorde

Slide 2 - Quiz

Bo was vaak te laat gekomen zodat zij een negatieve beoordeling kreeg.
Welke functie heeft 'zodat'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Volgorde

Slide 3 - Quiz

Hij heeft het liever niet, maar op het balkon mag je roken.
Welke functie heeft 'maar'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Tegenstelling

Slide 4 - Quiz

Zij heeft geen geld meer, kortom ze is blut.
Welke functie heeft 'kortom'?
A
Gevolg
B
Conclusie
C
Reden
D
Tegenstelling

Slide 5 - Quiz

Hij is ziek, daarom gaat hij niet sporten.
Welke functie heeft 'daarom'?
A
Gevolg
B
Conclusie
C
Reden-verklaring
D
Tegenstelling

Slide 6 - Quiz

In het geval dat, mits, tenzij,wanneer. Dit zijn voorbeelden van een ...
A
gevolg
B
voorwaarde
C
reden-verklaring
D
tegenstelling

Slide 7 - Quiz

Met behulp van, om, waarmee, via.
Dit zijn voorbeelden van een ...
A
Gevolg
B
Voorwaarde
C
Reden-verklaring
D
Doel-middel

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Ingezonden brief
B
Advertentie
C
Weblog
D
Nieuwsbericht

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een activerende tekst?
A
Ingezonden brief
B
Advertentie
C
Weblog
D
Nieuwsbericht

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een amuserende tekst?
A
Ingezonden brief
B
Advertentie
C
Weblog
D
Gedicht

Slide 11 - Quiz

Wat is globaal lezen?
A
Hoofdzaken vinden
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Bruikbare informatie zoeken

Slide 12 - Quiz

Wat is intensief lezen?
A
Hoofdzaken vinden
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Bruikbare informatie zoeken

Slide 13 - Quiz

Wat is het doel van een activerende tekst?
A
Overtuigen
B
Overhalen
C
Informeren
D
Uitleg geven

Slide 14 - Quiz

Wat is zoekend lezen?
A
Bruikbare informatie zoeken
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Snel vaststellen of een tekst bruikbaar is

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van een informerende tekst?
A
Overtuigen
B
Overhalen
C
Informeren
D
Uitleg geven

Slide 16 - Quiz

Waaruit bestaat een tekst?
A
Titel, inleiding
B
Inleiding, slot, middenstuk, titel
C
Middenstuk, slot, titel
D
inleiding, middenstuk, titel

Slide 17 - Quiz

Wat vind je door een stukje terug of vooruit te lezen?
A
Onderwerp
B
Niks
C
Onbekend woord
D
Inleiding

Slide 18 - Quiz