H5/ V6 - Examentraining 2022 ARGUMENTATIELEER

Argumentatieleer
Drogredenen, argumentatiestructuren
en soorten argumenten....
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Argumentatieleer
Drogredenen, argumentatiestructuren
en soorten argumenten....

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Drogredenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen!
Van welke drogredenen is sprake in de volgende uitspraken?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1. Ik vind dit een goed plan. Bent u het niet met mij eens? Kom dan eerst maar eens met argumenten!

A
Het bespelen van het publiek.
B
De persoonlijke aanval.
C
Het ontduiken van de bewijslast.
D
De overhaaste generalisatie.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

2. Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wilt wonen?!
A
Het bespelen van het publiek.
B
Het ontduiken van de bewijslast.
C
Een cirkelredenering.
D
Een verkeerde vergelijking.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

3. Het is de afgelopen 3 jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert.

















Het is de afgelopen 3 jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert.
A
Een valse vergelijking.
B
Een overhaaste generalisatie.
C
Een cirkelredenering.
D
Het vertekenen van het standpunt.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

4. Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan.
A
Een verkeerde vergelijking.
B
Een overhaaste generalisatie.
C
Een cirkelredenering.
D
Een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 8 - Quiz

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 9 - Quiz

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

5. Bewijst u maar eens dat u daar niet te hard reed.
A
Het ontduiken van de bewijslast.
B
Een overhaaste generalisatie.
C
Een verkeerde vergelijking.
D
De persoonlijke aanval.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Argumentatiestructuren

Argumentatiestructuren: 
- enkelvoudige argumentatie
- nevenschikkende argumentatie
- onderschikkende argumentatie
- nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zo had hij hartkloppingen, hoofdpijn en was hij vermoeid. 
Hij had namelijk allemaal symptomen die daarop wijzen. 

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. 

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

CO2-uitstoot warmt de aarde op. 
Fossiele brandstoffen zorgen voor CO2-uitstoot.

We moeten stoppen met het gebruiken van gas en olie. 

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Het landschap is er adembenemend mooi. 
Schotland is een fantastisch vakantieland.  

In de lente zijn alle heuvels en bergen paars gekleurd vanwege de heide. 
Omdat het er vaak regent zijn er lekker weinig andere toeristen. 

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Jerry was de enige persoon die toegang had tot de kamer waar de telefoon gestolen is, dus is de kans groot dat hij hem heeft gejat.
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Jerry was de enige persoon die toegang had tot de kamer waar de telefoon gestolen is, dus is de kans groot dat hij hem heeft gejat. Daarnaast bood Jerry een uur na het incident exact hetzelfde model aan op Marktplaats. Ook heeft Jerry in het verleden wel eens een iPad gestolen.
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ik moet echt mijn schermtijd verminderen. Uit onderzoek blijkt dat hersenen na 6 uur schermtijd per uur een millimeter kleiner worden. Tijdens een experiment gebeurde dit bij 76% van de deelnemers. Ik vind zoveel schermtijd overigens ook zonde van mijn tijd.
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Thuisbezorgd verdient bijna meer aan de verkoop van de maaltijden dan de restaurants zelf. Ze vragen namelijk 13% van de winst. Het zou al met al goed zijn als we niet meer via die app ons eten bestellen.
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Nog geen tien jaar nadat de Britten Hong Kong teruggegeven hebben aan China, is Hong Kong het Engels aan het verleren. Taxichauffeurs spreken er geen woord Engels, Hotelmanagers vinden met moeite Engels sprekende receptionisten en ook op de luchthaven uiten toeristen hun frustratie omdat ze amper worden begrepen.
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Gisteren werd Sasha tijdens de toets betrapt met een spiekbriefje in haar doorzichtige pen. Ook had ze laatst een werkstuk ingeleverd die ze duidelijk niet zelf had geschreven. Er stonden namelijk allemaal ingewikkelde woorden in die ze zelf niet kent. We kunnen dus wel stellen dat Sasha niet bepaald integer is.
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Soorten argumenten
Soorten argumenten:
- feitelijk argumenten
- ervaringsargument
- vergelijking
- gezag (autoriteit) 
- moreel
- nut of ongewenst gedrag
- emotioneel
- veronderstelling/ vermoeden

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Soort argument?
A
feitelijk argument
B
ervaringsargument
C
gezagsargument
D
vergelijkingsargument

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

‘Uitlekken NIET NODIG’
Soort argument?
A
moreel argument
B
veronderstelling/vermoeden
C
emotioneel argument
D
Nut of (on)gewenst gevolg

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

”Als Van Gaal zegt dat die speler zijn geld waard is, dan moet hij wel goed zijn.”
A
emotioneel argument
B
feitelijk argument
C
gezagsargument
D
ervaringsargument

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


Soort argument?
A
moreel argument
B
vergelijkingsargument
C
ervaringsargument
D
feitelijk argument

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Carglass: “Een sterretje
kan een barst worden.”
A
vergelijkingsargument
B
ervaringsargument
C
moreel argument
D
emotioneel argument

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Soort argument?
A
ervaringsargument
B
gezagsargument
C
feitelijk argument
D
emotioneel argument

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

"Laat dat maar staan, want dat soort vlees mag ik van mijn geloof niet eten."
A
veronderstelling/vermoeden
B
emotioneel argument
C
moreel argument
D
gezagsargument

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

'Ik kon me goed inleven in het verhaal: elke keer als de hoofdpersoon verdrietig was, werd ik zelf ook een beetje verdrietig.'

Wat voor soort argument is dit?
A
gezagsargument
B
emotioneel argument
C
moreel argument

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

"NRC geeft het nieuwe boek van Griet op de Beeck vier sterren. Dan zal het dus wel een goed boek zijn."
A
gezagsargument
B
nut of (on)gewenst gevolg
C
vergelijkingsargument
D
moreel argument

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Iets geleerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions