Ontdek de Wereld van Woordsoorten!

Woordsoorten
Taal --> Taalwijs --> Nadenken over WOORDEN
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsLager onderwijs

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woordsoorten
Taal --> Taalwijs --> Nadenken over WOORDEN

Slide 1 - Slide

Wat gaan we oefenen vandaag?
  • lidwoorden
  • zelfstandige naamwoorden
  • bijvoeglijke naamwoorden
  • werkwoorden
                                                     ... herkennen, benoemen en gebruiken.

Slide 2 - Slide

lidwoord
zelfstandig 
naamwoord
bijvoeglijk
naamwoord
werkwoord
Kunnen jullie al een voorbeeld geven van één van deze soorten woorden?

Slide 3 - Mind map

lidwoord
Er zijn 3 lidwoorden.
Ze staan voor een zelfstandig naamwoord.
de kat
de school
de leesboeken                        
DE
het eiland
het meisje      
het alfabet             

HET
een hond
een alfabet          
een meisje          
EEN

Slide 4 - Slide

DE
HET
EEN
Kies een woord en zet er het juiste lidwoord voor.

Slide 5 - Mind map

zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een naam van een persoon, een dier, een plant of een ding.

lidwoord
Je kan er een lidwoord voor zetten.                                
bv.: staart --> de staart of een staart                        
meervoud
Je kan het in het meervoud zetten.
Bv. staart --> staarten
eigennaam
Sommige zelfstandige naamwoorden zijn een eigennaam.  
Ze beginnen met een hoofdletter en zijn écht een naam van een mens, land, feest, ...
Bv.: Kerstmis, België, Olivia

Slide 6 - Slide

Is dit een zelfstandig naamwoord? Doe de testjes!


PARAPLU
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quiz

Is dit een zelfstandig naamwoord? Doe de testjes!


MUIS
A
JA
B
NEE

Slide 8 - Quiz

Is dit een zelfstandig naamwoord? Doe de testjes!


MOE
A
JA
B
NEE

Slide 9 - Quiz

Is dit een zelfstandig naamwoord? Doe de testjes!


DOLFIJN
A
JA
B
NEE

Slide 10 - Quiz

Is dit een zelfstandig naamwoord? Doe de testjes!


Filip
A
JA
B
NEE

Slide 11 - Quiz

bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord of werkwoord. 


Het zegt HOE het zelfstandig naamwoord is.
de luie kat                   
de mooie kat                   
De kat is grijs.             
De kat slaapt lang.           

Slide 12 - Slide

het ... boek

Slide 13 - Mind map

de boekentas is ...

Slide 14 - Mind map

Werkwoord
Een werkwoord is een woord dat je kan DOEN.
PV
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.  
Maak je ja/nee vraag!
IK
Je kan er 'IK KAN' voor zetten.          
TIJD
Je kan het van tijd veranderen.
1
Er staat minimum 1 werkwoord in een zin.                       
voorbeelden
slapen, slaapt, sliep
zijn, is
hebben, heeft  

Slide 15 - Slide

Schrijf een werkwoord dat bij deze foto past.

Slide 16 - Open question

Op onderzoek!
De lieve kinderen luisteren stil naar het spannende verhaal.
de
het
kinderen
verhaal
lieve
stil
spannende
luisteren
zelfstandig  naamwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

Slide 17 - Slide

Op onderzoek!
De oude aap springt om de banaan te vangen.
de
de
aap
banaan
oude
springt
vangen
lidwoord
zelfstandig  naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

Slide 18 - Slide

Woordsoorten Sorteren
We gaan nu samen woorden sorteren in de verschillende woordsoorten. 

De eerste oefening doen we samen.
De tweede doen jullie per twee.
De laatste doe je straks alleen.

Slide 19 - Slide

lidwoorden
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
werkwoorden
De
grappige
jongen
stuurt
een
lange
brief
.

Slide 20 - Drag question

op
haar
?
lidwoorden
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
werkwoorden
Valt
Marie
vuile
knie

Slide 21 - Drag question

Op
ik
op
.
lidwoorden
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
werkwoorden
een
maandag
sport
hard
school

Slide 22 - Drag question

Quiz Time!
Tijd voor een korte quiz om te testen wat jullie hebben geleerd over de verschillende woordsoorten. 

Succes!

Slide 23 - Slide

Olifanten zijn zeer grote dieren.

OLIFANTEN =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 24 - Quiz

Als ik stil ben, kan ik goed luisteren.

LUISTEREN =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 25 - Quiz

Ik weet het antwoord op de vraag.

ANTWOORD =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 26 - Quiz

De poes ligt naast de kast.

DE =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 27 - Quiz

Op de Chiro spelen we leuke spelletjes.

LEUKE =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 28 - Quiz

Jouw tekening is erg mooi.

MOOI =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 29 - Quiz

Wat gingen we oefenen vandaag?
  • lidwoorden
  • zelfstandige naamwoorden
  • bijvoeglijke naamwoorden
  • werkwoorden
                                                    ... herkennen, benoemen en gebruiken.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide