Samenvatting en paragraaf 4

Samenvatting & paragraaf 4
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Samenvatting & paragraaf 4

Slide 1 - Slide

Ecologie
  • Het gebied binnen de Biologie dat de relaties tussen organismen onderling en hun omgeving (milieu) onderzoekt.

                       Milieu                                            Organisme

Slide 2 - Slide

Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel

Slide 3 - Drag question

Invloed milieu op organisme
  • Biotische factoren: invloed afkomstig uit de levende natuur.

  • Abiotische factoren: invloed afkomstig uit de levenloze natuur.

Slide 4 - Slide

Noteer een abiotische factor uit de informatie die invloed heeft op de
overlevingskansen van organismen
in het zeewater voor de kust van
Zuid-Amerika.

Slide 5 - Open question

Het is midden in de zomer en overal is het kurkdroog. Twee dassen vechten met elkaar om bij een poeltje water te kunnen drinken.
Welke uitspraak hierover is juist?
A
Deze dassen zijn voor elkaar een abiotische factor.
B
Deze dassen zijn voor elkaar een biotische factor.
C
Deze dassen zijn voor elkaar een abiotische factor en een biotische factor.

Slide 6 - Quiz

Organisatieniveaus
  • Je kunt binnen de ecologie kijken naar verschillende biologische niveaus:
  • Individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer.

Slide 7 - Slide

Zet op goed volgorde van organisatie niveau
1
2
3
4
Populatie
Levens
gemeenschap
Ecosysteem
Biosfeer

Slide 8 - Drag question

Onderzoek naar de invloed van de temperatuur op de konijnen op Vlieland
A
Individu
B
Populatie
C
Ecosysteem
D
Levensgemeenschap

Slide 9 - Quiz

Onderzoek naar de invloed van schimmels in de grond op de bomen in een bos
A
Individu
B
Populatie
C
Ecosysteem
D
Levensgemeenschap

Slide 10 - Quiz

Ecosysteem
In een ecosysteem bevinden zich verschillende rollen:

  • Carnivoor (vleeseter)
  • Herbivoor (planteneter)
  • Omnivoor (alleseter)

Slide 11 - Slide

Welke componenten horen bij een ecosysteem?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Biotische factoren
B
Planteneters
C
Vleeseters
D
Abiotische factoren

Slide 12 - Quiz

Voedselketens
  • Elke soort organisme is een voedselbron voor
    een andere soort.

  • Voedselketen begint altijd met een plantensoort!

  • De pijlen wijzen naar het volgende organisme 
    in de keten!

Slide 13 - Slide

Autotroof en Heterotroof

Slide 14 - Slide

Fotosynthese

                   +                      -->                       +
Verbranding

                   +                      -->                       +
______________________________________________________
Koolstofdioxide
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zuurstof
Water
Water
Glucose
Glucose

Slide 15 - Drag question

Waar start een voedselketen mee?
A
Herbivoren
B
Omnivoren
C
Planten
D
Planteneters

Slide 16 - Quiz

Zet in de goede volgorde

Slide 17 - Drag question

Consument 3
Consument 1
Consument 2
Heterotroof
Autotroof
Producent

Slide 18 - Drag question

Consumenten





De schakels na de producent heten consument 1e orde, 2e orde, etc.

Slide 19 - Slide

Voedselweb
In ecosystemen zijn vaak meerdere voedselketens mogelijk => voedselweb.

Slide 20 - Slide

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
bladluis 
buizerd 
konijn 
lieveheersbeestje 
merel 
planten 

Slide 21 - Drag question

Piramide van aantallen & biomassa

Slide 22 - Slide

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Kringloop
  • Behalve elkaar opeten gaan organismen ook dood.

  • Resten van organismen worden afgebroken door afvaleters.
  • Overgebleven resten worden afgebroken door bacteriën en schimmels (reducenten).

Slide 24 - Slide

Afvaleters
Detrituseters: Consumenten die dode organismen opeten. Ze breken dit verder af tot fijner dood organisch materiaal.

Slide 25 - Slide

Tot welke groep behoren de afvaleters
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Afvaleters

Slide 26 - Quiz

Reducenten
Reducenten => schimmels en bacteriën die dood organisch materiaal helemaal afbreken tot mineralen.



Slide 27 - Slide

Huiswerk
  • Biologie Zelf Doen: opdracht 10 t/m 13.
  • Vragenboekje: paragraaf 4

  • Leren voor het SO.
  • Nakijken paragraaf 1 t/m 3.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Maak een voedselweb bij de video over de eikenprocessierups.

Slide 30 - Open question