This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
'Urine en Incontinentie'
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Na deze les:
...kan je de functie van urine uitleggen
....kan je het begrip incontinentie uitleggen,
...kan je verschillende vormen van incontinentie benoemen,
...kan je benoemen welke aandachtspunten er zijn bij een incontinente zorgvrager
Slide 2 - Slide
Wat is een ander woord voor urine? Waaruit bestaat urine?
Slide 3 - Open question
Urine
Bestaat uit:
water (90 tot 95 procent);
afbraakproducten van eiwitten (ureum en urinezuur);
zouten;
urinekleurstof;
vitaminen; bijvoorbeeld teveel aan vitamine C uit de voeding;
hormonen.
Slide 4 - Slide
Verwijderen van urine uit het lichaam
- van het nierbekken gaat de
urine via de urineleider naar
de blaas
- in de blaas wordt de urine
tijdelijk opgeslagen
- via de urinebuis verlaat de
urine het lichaam
Slide 5 - Slide
Waarop zou je kunnen observeren bij urine?
Slide 6 - Mind map
Observatiepunten bij urine
Frequentie (hoe vaak)
Hoeveelheid
Kleur
Helderheid
Geur
De manier waarop de cliënt urineert
Slide 7 - Slide
Kleur
Licht geel: veel water in de urine.
Donker geel: weinig water in de urine.
Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.
Slide 8 - Slide
Helderheid
Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.
Bij een infectie is de urine troebel en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.
Slide 9 - Slide
Geur
Normaal ruikt lichtzuur/ammoniak
Diabetes: zoete geur
Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.
Slide 10 - Slide
Waar denk jij aan bij het woord incontinentie?
Slide 11 - Mind map
Urine-incontinentie: de klacht van elk onvrijwillig urineverlies.
Fecale incontinentie: het onvrijwillig verlies van vaste of vloeibare ontlasting.
Fecale incontinentie: het onvrijwillig verlies van vaste of vloeibare ontlasting.
Slide 12 - Slide
Zindelijk
in staat zijn om aan te voelen wanneer hij plassen (of poepen) bewust zijn van de aandrang
Hersenen krijgen signaal dat de blaas vol is
sluitspieren van de urinebuis te beheersen
(anders leegt de blaas zichzelf reflexmatig).
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Oorzaken van incontinentie
Ziekten of beperkingen van blaas, sluitspieren, bekkenbodem, darmen, endeldarm (na trauma).
Ziekten van zenuwstelsel.
Problemen met mobiliteit en obstakels.
Problemen met cognitie (bijv. geheugen).
Bijwerkingen van medicijnen.
Slide 15 - Slide
Vormen
Stressincontinentie
Ook wel druppelincontinentie genoemd,
is het onvrijwillig urineverlies bij druk in en op
de buik door bijv. niezen, hoesten
of bewegen (sport)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Vormen
Functionele incontinentie
Ongewild urineverlies waarbij cliënten niet meer in staat zijn zelfstandig naar het toilet te gaan
door lichamelijke beperkingen of
geheugenproblemen.
Slide 18 - Slide
Vormen
Aandrang incontinentie
ongewild urineverlies na een plots onhoudbare plasdrang door een overactieve blaas.
Vaak heeft de cliënt vooraf al een
(voortdurende) drang tot plassen.
Slide 19 - Slide
Vormen
Overloop incontinentie
Onwillekeurig verliezen van kleine hoeveelheden urine uit een volle blaas doordat de blaas ongevoelig is geworden. De druk in de blaas wordt zo hoog, dat er kleine hoeveelheden urine weg druppelen.
Slide 20 - Slide
Ontlasting
scheurtje sluitspier
obstipatie
zenuw probleem
Slide 21 - Slide
Wanneer een zorgvrager incontinent is dan zorg ik ervoor dat ik......
Slide 22 - Open question
Heeft een man ook bekkenbodemspieren?
A
Ja natuurlijk
B
Nee natuurlijk niet
C
nee een man heeft geen bekkenbodem
D
ja, maar pas na de pubertijd
Slide 23 - Quiz
Ga naar lessonup.app
Sleep de incontinentie materialen in het juiste vak.
Van Links de meest "lichte"variant tot rechts de meest "zware"variant.
In de volgende slide sleep je de incontinentiematerialen naar het juiste vak.
Van links de meest "lichte" variant tot rechts de meest "zware" variant.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Drag question
Welk incontinentiemateriaal bestaat er nog meer naast de inleggers en broekjes?