This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Basisstof 6 & 8 Zwangerschap en geboorte
Slide 1 - Slide
Planning
Herhalen eerdere basisstoffen
Bespreken zwangerschap en geboorte
Starten aan opdrachten
Slide 2 - Slide
Hoe heet onderdeel 8?
A
Zwellichamen
B
Bijbal
C
Prostaat
D
Zaadblaasje
Slide 3 - Quiz
Welk deel van het mannelijk voortplantingsstelsel brengt de penis in erectie?
A
Zaadblaasjes
B
Voorhuid
C
Zwellichamen
D
Zaadleiders
Slide 4 - Quiz
Door welke organen van het mannelijk voortplantingsstelsel wordt vocht toegevoegd aan de zaadcellen?
A
door orgaan 1 en 4
B
door orgaan 1 en 8
C
door orgaan 3 en 4
D
door orgaan 6 en 8
Slide 5 - Quiz
Welk deel van het mannelijk voortplantingsstelsel vormt zaadcellen?
A
Prostaat
B
Teelballen
C
Bijballen
D
Eikel
Slide 6 - Quiz
Welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel produceert slijm waardoor de geslachtsgemeenschap soepeler verloopt?
A
Binnenste schaamlippen
B
Buitenste schaamlippen
C
Vagina
D
Maagdenvlies
Slide 7 - Quiz
In welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel kan bevruchting plaatsvinden?
A
In de vagina
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
D
In de eierstokken
Slide 8 - Quiz
Hoe wordt de buitenkant van het vrouwelijke voortplantingsstelsel genoemd?
A
Vulva
B
Eierstok
C
Baarmoeder
D
Vagina
Slide 9 - Quiz
In welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats?
A
Baarmoeder
B
Eierstok
C
Eileider
D
Clitoris
Slide 10 - Quiz
Twee beweringen over de organen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel zijn: 1. De functie van de eileiders is het tijdelijk opslaan van de eicellen. 2. Bij de meeste vrouwen is de clitoris gevoeliger voor seksuele prikkels dan de vagina. Welke van deze beweringen is of zijn juist?
A
alleen bewering 1 is juist
B
alleen bewering 2 is juist
C
beide beweringen zijn juist
D
beide beweringen zijn onjuist
Slide 11 - Quiz
Aan het begin van welk orgaan van het vrouwelijk voortplantingsstelsel bevindt zich het maagdenvlies?
A
de baarmoeder
B
de eierstok
C
de vagina
D
de eileider
Slide 12 - Quiz
Wat is menstruatie?
A
afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies
B
afstoten van het baarmoederslijmvlies
C
klompje cellen dat zich vastzet in het baarmoederslijmvlies
D
de innesteling van een klompje celen in het baarmoederslijmvlies
Slide 13 - Quiz
Op dag 1 van de menstruatiecyclus begint de menstruatie
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Leerdoelen zwangerschap
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Bij bevruchting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.
Slide 17 - Slide
De bevruchte eicel gaat zich delen
Slide 18 - Slide
Innesteling
Slide 19 - Slide
Eerste weken:
embryo
Vanaf de 8e week: foetus
Placenta / moederkoek
Slide 20 - Slide
prenataal onderzoek
(pre = voor, nataal = de geboorte)
Welke methodes van prenataal onderzoek kennen we?
Slide 21 - Slide
Echografie
Met behulp van geluidsgolven ontstaat een beeld van de foetus in de baarmoeder.
Slide 22 - Slide
Combinatietest
tussen de negende en de veertiende week.
kans is op een kindje met downsyndroom.
bloedonderzoek bij de moeder + nekplooimeting bij de foetus.
Slide 23 - Slide
NIPT
niet-invasieve prenatale test.
Bij moeder wordt bloed afgenomen en onderzocht -> In het bloed zit een beetje DNA van de placenta.
verhoogde kans is op een kind met een erfelijke ziekte.
De NIPT is mogelijk na elf weken zwangerschap.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
20-wekenecho
De wordt foetus onderzocht op verschillende aangeboren afwijkingen aan het hart, de hersenen, de organen en de ledematen. Ook kan het geslacht van de foetus worden bepaald.