Persoonsvorm - les 20

De persoonsvorm
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

De persoonsvorm

Slide 1 - Slide

Terugblik
De vorige les hebben we de drempeltoets gemaakt.

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les:
  •  Je weet wat het kenmerk en de functie van de persoonsvorm in een zin is.
  • Je kan in een zin bepalen wat de persoonsvorm is.
  • Je kan bijzonderheden met de persoonsvorm in een gegeven zin aanwijzen en uitleggen.
  • Je kan zelf goede zinnen maken met een persoonsvorm.

Slide 3 - Slide

Planning
1
2
2
3
4
Doelen
Uitleg
Zelfstandig werken
Bespreken

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm
In elke zin zitten werkwoorden. Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm. Een persoonsvorm is dus een werkwoord. (Bijna) elke zin heeft een persoonsvorm.

De persoonsvorm hoort bij de belangrijkste 'persoon' in een zin: het onderwerp. De persoonsvorm vertelt wat het onderwerp doet of overkomt.


Slide 5 - Slide

Voorbeelden
  1. Ik krijg erg veel reacties.
  2. U vraagt veel te veel.
  3. Het regent het hele weekend.
  4. Mijn neefje houdt van schilderen.

Slide 6 - Slide

De persoonsvorm

Slide 7 - Slide

Zo herken je de persoonsvorm:

Slide 8 - Slide

Zo herken je de persoonsvorm:

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Je maakt les 20.
  • Les 20: opdracht 1 t/m 7.
  • Vind je het makkelijk? Sla dan 3(e) t/m (h) en 4(d) t/m (g) over. 


Hoe: Je maakt de opdrachten in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.
Tijd: Je hebt vandaag 40 minuten de tijd.
Klaar: Als je klaar bent mag je oefenen met NUMO of met de oefeningen op Magister.learn of beginnen met het maken van de volgende les.

Slide 10 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Mind map

Doelen van deze les:
  •  Je weet wat het kenmerk en de functie van de persoonsvorm in een zin is.
  • Je kan in een zin bepalen wat de persoonsvorm is.
  • Je kan bijzonderheden met de persoonsvorm in een gegeven zin aanwijzen en uitleggen.
  • Je kan zelf goede zinnen maken met een persoonsvorm.

Slide 12 - Slide