Taalverzorging hs. 1 t/m hs. 3

Taalverzorging hs. 1 tot en met hs. 3
Grammatica hs. 1, Werkwoorden.
Spelling hs. 1, Hoofdletters en leestekens.
Spelling hs. 2, Laatste letter: –t of –d en de Ik-vorm van het werkwoord.
Spelling hs. 3, Persoonsvorm tegenwoordige tijd.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Taalverzorging hs. 1 tot en met hs. 3
Grammatica hs. 1, Werkwoorden.
Spelling hs. 1, Hoofdletters en leestekens.
Spelling hs. 2, Laatste letter: –t of –d en de Ik-vorm van het werkwoord.
Spelling hs. 3, Persoonsvorm tegenwoordige tijd.

Slide 1 - Slide

Juist of onjuist.
In een zin staat ten minste één werkwoord.

Slide 2 - Open question

Juist of onjuist.
De persoonsvorm is een vorm van het werkwoord die zich niet aan het onderwerp aanpast.

Slide 3 - Open question

Juist of onjuist.
Als het onderwerp een enkelvoud is, is de persoonsvorm dat ook.

Slide 4 - Open question

Juist of onjuist.
De persoonsvorm laat zien in welke tijd de zin staat.

Slide 5 - Open question

Noteer de persoonsvorm van de volgende zin in de tegenwoordige tijd. Mijn zus (surfen) de hele avond op internet.

Slide 6 - Open question

Noteer de persoonsvorm van de volgende zin in de tegenwoordige tijd. (Vinden) jij het heel erg dat Hanne niet op jouw aapjes reageert?

Slide 7 - Open question

Noteer het hele werkwoord. In augustus komen de wespenlarven uit hun nest op zoek naar suiker.

Slide 8 - Open question

Noteer het hele werkwoord. De leerlingenraad organiseert waarschijnlijk een feest voor alle brugklassers.

Slide 9 - Open question

Verdeel de woorden over twee kolommen. In de linker kolom schrijf je de woorden die met een hoofdletter beginnen. In de rechter kolom schrijf je de overige woorden.
voetbalclub
rebus
kerkstraat
ivoor
amerikaanse
maastricht
anton
noorden

Slide 10 - Drag question

Neem de zin(nen) over en schrijf hoofdletters en leestekens waar dat moet. in artis is een ijsbeertje geboren dat is fantastisch

Slide 11 - Open question

Neem de zin(nen) over en schrijf hoofdletters en leestekens waar dat moet. mijn vriend cornald van der meer woont in de brabantse gemeente oisterwijk

Slide 12 - Open question

Neem de zin(nen) over en schrijf hoofdletters en leestekens waar dat moet. op de olympische spelen wil schaatser ireen wüst nog een keer goud halen

Slide 13 - Open question

Is de laatste letter een -d of -t? Mijn moeder heeft vandaag een heerlijke ovenschotel berei.... Neem het hele werkwoord over.

Slide 14 - Open question

Noteer de ik-vorm van de volgende werkwoorden. Schreeuwen, ordenen, reizen, geven.

Slide 15 - Open question