De familie van Zoë draait op automatische piloot. Ze hebben de
realiteit van hun leven aanvaard, en ze staan er niet te veel bij
stil. Ze hebben een groot huis en goede jobs. De vader, Paul
Schutijzer, zit al heel lang vast in zijn saaie kantoorbaan. Plots
stopt hij ermee en wilt acteur worden. Hierdoor ontstaan er twee
kampen in de familie. Aan de ene kant heb je de personages
die Pauls acteercarrière steunen, zoals Zoë en de oma. Aan
de andere kant heb je de personages die aan het begin van de
film Paul helemaal niet steunen en het zelfs een belachelijk idee
vinden, zoals de mama, Fien en de opa. Op het einde van de film
denken mama en Fien er wel anders over.