3.4 Geslachtschromosomen

Genetica
Monohybride kruisingen en geslachtschromosomen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Genetica
Monohybride kruisingen en geslachtschromosomen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Stappenplan oplossen vraagstuk 
monohybride kruising
1. Welke gegevens zijn bekend
2. Genotypes P (ouders) bepalen
3. Genotypes+fenotypes F1 (kinderen) bepalen
4. Genotypes+fenotypes F2 (kleinkinderen) bepalen
5. Hoe moet je antwoord geven? Percentages/deel

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is het genotype van 12?
A
Aa
B
AA
C
aa
D
Dat kan je niet weten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Basisstof 3: maak opdracht 31, 32, 34
Tijd:
20 minuten, dan bespreken we de opgaven.
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 3  
Steek je vinger omhoog
Klaar?
Maak opdracht 35, 36, 37
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 3.4
  • Je kunt beschrijven op welke wijze geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.
  • Je kunt een kruisingsschema maken voor X-chromosomale overerving en hieruit of uit stambomen de frequentie van genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geslachtschromosomen
- Chromosomenpaar 1-22 = autosomen
- Chromosomenpaar 23 = geslachts-  chromosomen

Karyotype notatie:
(46,XX) vrouw  
(46,XY) man

Slide 8 - Slide

Op de x chromosomen ligt andere informatie dan op de y chromosomen, daarom is er een andere manier van overerving
Bevruchting
  • Zoogdieren en fruitvliegjes zoals links in de afbeelding
  • Sommige vogels en vissen juist net andersom (mannetje XX en vrouwtje XY)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

X-chromosomale overerving
- hoe noteer je een X-chromosomale kruising?
De 'genen' zijn X of Y, de allelen grote of kleine letters in superscript
bijv.        XAXa     1) Deze vrouw is heterozygoot. 
                                    Hoe noem je iemand met zo'n genotype? 
                 XA      2) Wat kan je zeggen over het fenotype van deze persoon?

                   

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Een jongen is kleurenblind (a), dit is geslachtsgebonden. Kleurenblindheid is recessief. Wat is het genotype?
A
XAXa
B
XaY
C
XAY
D
XaXa

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

X-chromosomale overerving
Ouders:  XBXb    x    XBY
Geslachtscellen:  XB of Xb     x    XB of Y
F1:

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Is uit de stamboom af te leiden of dit allel autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
Nee, dit is niet hieruit op te maken.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Basisstof 4: maak opdracht 40 t/m 48
Tijd:
20 minuten, dan bespreken we de eerste paar opgaven.
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 4  
Steek je vinger omhoog
Klaar?
Lees basisstof 5: lethale factoren
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions