This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Instrumenten als de gitaar en de viool hebben een klankkast. Leg uit wat de functie is van de klankkast.
Slide 1 - Open question
Wat gaat er fout als de klankkast van een viool een opvallende eigen frequentie heeft?
Slide 2 - Open question
Beschrijf een voorbeeld van een hinderlijke resonantie.
Slide 3 - Open question
Wat is bij jouw antwoord op de vorige vraag de oorzaak van de resonantie?
Slide 4 - Open question
Lees het stukje:
Muzikale paardans
Op blz. 242
Slide 5 - Slide
Tip!
Het gezoem van een mug wordt dus veroorzaakt door de trilling van de vleugels.
Één vleugelslag veroorzaakt één trilling die weer op hetzelfde punt uitkomt. Dit kan je dus zien als de trillingstijd.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Je hoort een mug met een frequentie van 600 Hz. Bereken hoe lang één vleugelslag duurt.
Slide 8 - Open question
Moet een mug zijn vleugelslag versnellen of vertragen om een lagere toon te krijgen.
Slide 9 - Open question
De luchtkolom in een jachthoorn is ongeveer 120 cm. Je kan er de tonen mee maken met de volgende frequenties: 262 Hz, 393 Hz, 524 Hz, 655 Hz en 786 Hz.
Wat is het verband tussen deze getallen? Geef je antwoord op de volgende slide.
Slide 10 - Slide
Wat is het verband tussen de getallen?
Tekst
Slide 11 - Open question
Ervaren spelers kunnen nog één lagere noot spelen, wele frequentie zal deze hebben?
Slide 12 - Open question
BONUS VRAAG (alleen als je tijd hebt). Zoek op internet welke muziek noten bij de frequenties van de vorige vraag horen.