Taalverzorging 2F; werkwoordspelling kort en verzamelde fouten met uitleg

Taalverzorging 2F
Verzamelde fouten uit jullie oefenopdrachten en veelgemaakte spelfouten uitgelegd
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Taalverzorging 2F
Verzamelde fouten uit jullie oefenopdrachten en veelgemaakte spelfouten uitgelegd

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe zinvol vind jij het goede gebruik van taal in teksten die je tegenkomt?
0100

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Hoe goed vind jij jezelf op het gebied van taalverzorging?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Welk onderdeel vind je het lastigst?
A
interpunctie (,.?"!H)
B
d/t/dt/tt/dd
C
spelling van woorden
D
aaneenschrijven

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Een zin begint altijd met een hoofdletter
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer niet?
's Morgens is het donker.
@-tekens zijn soms verwarrend.
44 van de 100 mensen zijn arts

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke is correct?
A
Geachte heer J. van dalen,
B
Geachte heer van Dalen,
C
Geachte heer J. Van Dalen,
D
Geachte heer Van Dalen,

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Geachte heer Van Dalen
Geachte: staat altijd voor aan in de zin
heer: kleine letter- geen naam
Van: daar begint de naam
Dalen: altijd een hoofdletter

Dus: Geachte Jan van Dalen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ik zit op het
A
mbo
B
MBO
C
Mbo
D
M.B.O.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

's Zomers draag ik een
A
t shirt
B
T shirt
C
t- shirt
D
T-shirt

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke is juist?
A
Moederdag, kerstboodschap, minister, januari
B
moederdag, Kerstboodschap, Minister, Januari
C
Moederdag, Kerstboodschap, minister, januari
D
Moederdag, kerstboodschap, Minister, januari

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

werkwoordspelling

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een beetje ontleden;
  • Hij eet een appel
  • Zij wordt verzorgende IG
  • Zij gaan naar huis 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een beetje ontleden;
  • Hij eet een appel ----- hij at een appel
  • Zij wordt verzorgende IG -----zij werd verzorgende IG
  • Zij gaan naar huis ------ ze gingen naar huis

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een beetje ontleden;

  • Hij eet een appel --- hij heeft een appel gegeten
  • Zij wordt verzorgende IG --- ze zijn verzorgende IG geworden
  • Zij gaan naar huis --- Ze zijn naar huis gegaan

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

ik
werk
vind
jij/je
werkt
vindt
zij/hij/het
werkt
vindt
wij
werken
vinden
jullie
werken
vinden
zij
werken
vinden
Let op!
werk jij?
vind jij?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Moeilijke werkwoorden
Vervang het werkwoord door lopen of smurfen:
jij wordt want ➡️ jij loopt
word jij? ➡️ loop jij?

Hij brandt want ➡️ hij smurft
brand jij? want: ➡️ smurf jij?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

1:
(Hebben) Fenna thuis überhaupt wel iets
(vertellen) over de problemen op school?

2: Het nieuwe boek van Joany Buenen ‘Kijk naar mij’
(hebben) ik in een ruk
(uitlezen) .

3: Sarah
(bekennen) direct.

4: Onze badkamer
(worden) na de kerstvakantie
(verbouwen) .


A

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat (willen) hij (zeggen) hebben?
A

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat ....... (willen) hij .......... (zeggen) hebben?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Waar zit de fout? Verbeter dat deel van de zin.

Ten eerste wil ik eerst zeggen dat

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

instructies dhr. v Dam

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

een dag inco.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Meneer gaat elke dinsdag onder de douche en wilt daarna geschoren worden.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

'Willen' is een regelmatig werkwoord met één uitzondering:

ik wil
je/jij wilt
hij/zij wil
wij/jullie/zij willen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verbeter het foute woord:

Ik wou even vertellen

Slide 27 - Open question

This item has no instructions


doe jij hem hierna scheren

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

De reden dat ik deze email schrijf is om je even een instructie te geven over de zorg van dhr. van Dam, omdat je volgende week dinsdagochtend mijn dienst overneemt en ik je hiervoor niet meer zie wil ik je toch even een instructie geven.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Tussenletter -en en -e
Tomatensoep - kerkenraad - kippenei

Zonnebloem - maneschijn

Groentesoep - Aktetas - Weidevogel

Beresterk - reuzegroot - rodekool 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Tussenklank -s
Jongensdroom

Stationsstraat (want het is stationsweg)


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aaneenschrijven of los schrijven
- Tuinmeubelkussens 
- Erop, daartegen, hiernaast
- Inspelen, overhalen, achterhouden
Ik houd informatie achter

door middel van

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat is juist?
Op onze website vind je een pagina met...
A
veelgestelde vragen
B
veel gestelde vragen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist?
Ik heb nog werk te doen, want ik ontving
A
veelgestelde vragen
B
veel gestelde vragen

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Het is _____ de bedoeling dat je dit snapt
A
tenslotte
B
ten slotte

Slide 35 - Quiz

Een betekenisverschil: tenslotte = per slot van rekening

ten slotte: tot besluit
een dag inco
Aan elkaar schrijven of los van elkaar is één van de meest gemaakte fouten in het Nederlands. Je kunt daarin ook niet altijd op Word en de spellingscontrole vertrouwen. 

Regel: als het één ding is, schrijf je het aan elkaar.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Meervoud zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden zet je in het meervoud door –en of –s achter te plakken.

introducties - oma's - cd's
Geen verwarring? --> schrijf de -s aan het zelfstandig naamwoord vast

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat is het meervoud van café

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Achter woorden die eindigen op een toonloze e, é, ee, oo, ie, ieu, ui, eau, ey, ay of een medeklinker schrijf je de meervouds-s aan het woord vast.
een café – twee cafés
een vakantie – twee vakanties

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Het woord krijgt géén dubbele medeklinker in het meervoud als de klemtoon niet op de laatste lettergreep ligt en als het woord eindigt op -ik, -it -es of -et

Poeh.
dreumesen / dreumessen \ leeuweriken/ leeuwerikken

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn verkleinwoorden? Geef eens een voorbeeld.

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Opaatje

Baby'tje

Puddinkje

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Ik voel me in staat om hoofdletters en meervouden te maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

This item has no instructions

Het is te danken aan _____ genade
A
God's
B
Gods

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Engelse ziekte
Met Engelse ziekte bedoelen we het verschijnsel dat de invloed van het Engels in onze taal steeds zichtbaarder wordt. Dit leidt tot fouten

Babies - Baby's 
John's car - Johns auto

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

_____ ouders zijn op vakantie
A
Max
B
Max's
C
Max'
D
Maxs

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Ik snap het
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

This item has no instructions

lange afstandsloper
langeafstandsloper

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Betekenisverschil
Tenminste = in ieder geval
Hij is tenminste niet ontslagen

Ten minste = minstens, op zijn minst:
Hij moet ten minste acht weken stage lopen. 

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

____ heb ik nog één opmerking
A
tenslotte
B
ten slotte

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Getallen
Hele getallen worden aan elkaar geschreven, met de volgende uitzonderingen:
- Na duizend komt een spatie
- Woorden als miljoen en miljard staan los

Honderdacht
Tweeduizend zestien

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Slide 53 - Slide

This item has no instructions