What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd 2F uitgebreid
Goedemorgen
Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg werkwoordspelling: tegenwoordige tijd
- Oefenquiz
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Goedemorgen
Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg werkwoordspelling: tegenwoordige tijd
- Oefenquiz
Slide 1 - Slide
noem een voorbeeld
van een werkwoord
Slide 2 - Mind map
Werkwoorden
Werkwoorden drukken uit wat je doet:
fietsen, lopen, spelen, kruipen, klappen, slapen...
maar geven ook aan wat je bent:
zijn
Slide 3 - Slide
Persoonsvorm
Als het onderwerp verandert van enkelvoud in meervoud, verandert de persoonsvorm mee:
ik loop - wij lopen
Als de tijd verandert, verandert de persoonsvorm mee:
ik loop vandaag - ik liep gisteren
Slide 4 - Slide
Zoek de persoonsvorm:
"Ik loop naar huis"
A
Ik
B
loop
C
naar
D
huis
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in:
"De man zit op de bank met zijn hond"
A
de bank
B
zijn hond
C
de man
D
zit
Slide 6 - Quiz
Geef de persoonsvorm tegenwoordige tijd
"Ik (werken)"
A
werk
B
werken
C
werkt
D
werkte
Slide 7 - Quiz
wat is de juiste spelling?
A
ik wordt
B
ik word
C
ik wort
D
ik worden
Slide 8 - Quiz
wat is de juiste spelling?
A
hij word
B
hij wort
C
hij wordt
D
hij worden
Slide 9 - Quiz
Tip bij moeilijke werkwoorden:
Vervang het werkwoord door lopen of smurfen:
jij wordt want ➡️ jij loopt
word jij? ➡️ loop jij?
Hij brandt want ➡️ hij smurft
brand jij? want: ➡️ smurf jij?
Slide 10 - Slide
wat is de juiste spelling?
A
word jij?
B
wordt jij?
C
wort jij?
D
worden jij?
Slide 11 - Quiz
Wat is de ik-vorm van "sterven"?
Ik .....
Slide 12 - Open question
Kies de juiste vorm:
A
ik sterft
B
sterft jij?
C
hij sterft
Slide 13 - Quiz
Wat is de ik-vorm van verhuizen?
Ik .......
Slide 14 - Open question
kies de juiste vorm:
A
ik verhuiz
B
verhuis jij?
C
hij verhuis
Slide 15 - Quiz
(Huis)werk
Werkboek blz. 41 t/m 47 werkwoordspelling tegenwoordige tijd
opdr 1 t/m 6
Studiemeter: taalverzorging werkwoordspelling
tegenwoordige tijd
Maak daar 4 opdrachten
Klaar: ga verder in de reader woordenschat
Slide 16 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Trucje: vul
lopen
in > Hij
loopt
, dus hij
meldt
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd uitgebreid
September 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd 2F uitgebreid
November 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling OTT
November 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling OTT
February 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling OTT
September 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling OTT
September 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling OTT
February 2022
- Lesson with
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1