Hfst 4.8 spelling

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 




1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 




Slide 1 - Slide

Lesopbouw:
Absentie
Huiswerk bespreken. 
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten en toetscontrole. 
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Hfst overzicht: Vol Spanning
Les 1: Fictie
Les 2: Gedicht
Les 3: Lezen
Les 4: Schrijven en formuleren
Les 5: Woorden
 
Daarna Toets Thema 4
Les 6: Spreken, kijken en luisteren
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling: 
Les 9 Media en onderzoek

Slide 3 - Slide

Doel vorige les: 4.7 Grammatica
Ik weet hoe ik lidwoord vind. 
Ik weet hoe ik een zelfstandig naamwoord vind. 
Ik weet hoe ik een werkwoord vind. 

Dan moet je natuurlijk wel weten wat de woorden zijn. 

Slide 4 - Slide

Noem de lidwoorden.

Slide 5 - Open question

Noem 4 voorbeelden van werkwoorden.

Slide 6 - Open question

Noem 4 zelfstandige naamwoorden.

Slide 7 - Open question

In de zomer staat een konijn in het hoge gras.
Noem de lidwoorden.

Slide 8 - Open question

In de zomer staat een konijn in het hoge gras.
Noem de zelfstandige naamwoorden

Slide 9 - Open question

In de zomer staat een konijn in het hoge gras.
Noem de werkwoorden.

Slide 10 - Open question

Zelfstandige naamwoorden:
noem 3 zelfstandige naamwoorden: namen

Slide 11 - Open question

Doel les: 4.8 Spelling
Ik weet hoe ik zwakke werkwoorden in de verleden tijd spel. 

Zwakke werkwoorden: fietsen --> fietsten, rennen --> renden
Sterke werkwoorden: begrijpen --> begrepen, vallen --> vielen

Verleden tijd --> tijd van gisteren, vorige week, afgelopen jaar enz. 

Slide 12 - Slide

huiswerk bespreken
Blz 52 opdracht 4 -7
opdr 4:

Slide 13 - Slide

opdr 5

Slide 14 - Slide

opdr 6

Slide 15 - Slide

opdr 7

Slide 16 - Slide

Doel: 
Ik kan het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op -s of - 's goed schrijven. 

stapel - stapels
foto - foto's (fotos)

Slide 17 - Slide

Samen aan de slag
maken opdr 8 en 9
Ook 8c!

Schrijf voor de dicteewoorden (opdr 10) of het een werkwoord (ww) of een zelfstandig naamwoord (zn) is. 
Er zijn twee woorden die geen van beide zijn. 

Slide 18 - Slide

Bespreken toets
Doel: 
Waar zitten je valkuilen?
Wat kan je goed?
Waar ga je de volgende keer meer aandacht aan besteden?
Wat ga je anders doen in de les?
Wat heb je de afgelopen periode goed gedaan?

Slide 19 - Slide

Wat ga je deze periode beter/anders doen?

Slide 20 - Open question

Waar ga je meer aandacht aan besteden?

Slide 21 - Open question

Welkom!
Pak je laptop. 
Pak je leesboek. Wil je een ander boek, dan kan je dat vandaag ruilen. Achterin liggen nieuwe boeken. Voorin jullie boeken. 
Over een paar weken krijg je een grote opdracht omtrent een boek. Die moet je dan gelezen hebben!

Slide 22 - Slide

Toets oefenen
  • Woorden 4.5 leren: Woordentrainer, zelfgemaakte flitskaarten,
  • grammatica 4.7 leren: test jezelf of versterk jezelf online
  • spelling 4.8 leren: test jezelf of versterk jezelf
  • Dicteewoorden: overhoor elkaar, schrijf ze een aantal keer op, kijk naar de moeilijkheden. 

Slide 23 - Slide

Welke zin is goed geschreven?
A
Reisde ik naar Italië?
B
Rees ik naar Italië?
C
Reisden ik naar Italië?

Slide 24 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
Ferdinand bepork mijn schermtijd.
B
Ferdinand beperkte mijn schermtijd.
C
Ferdinand beperkten mijn schermtijd.

Slide 25 - Quiz

Waar staat het woord goed geschreven?
A
maratoon
B
marathoon
C
marathon
D
Marathon

Slide 26 - Quiz

Hoe goed ken jij de volgende doelen al?

Slide 27 - Slide

Doel:
Ik ken de woorden LETTERLIJK.
Heel slecht
slecht
best oke
goed
erg goed

Slide 28 - Poll

Doel:
Ik ken de 10 dicteewoorden foutloos schrijven
Heel slecht
slecht
best oke
goed
erg goed

Slide 29 - Poll

Doel:
Ik ken de tekstdoelen: amuseren en activeren
Heel slecht
slecht
best oke
goed
erg goed

Slide 30 - Poll

Doel:
Ik weet hoe je zoekend leest en kan dat toepassen
Heel slecht
slecht
best oke
goed
erg goed

Slide 31 - Poll

Doel:
Ik weet wat lw, zn en ww zijn en kan deze aanwijzen in de zin.
Heel slecht
slecht
best oke
goed
erg goed

Slide 32 - Poll

Doel:
Ik weet hoe ik zwakke ww in de vt spelt.
Heel slecht
slecht
best oke
goed
erg goed

Slide 33 - Poll

Doel:
Ik weet hoe ik het meervoud op -s van een zw spel.
Heel slecht
slecht
best oke
goed
erg goed

Slide 34 - Poll

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 35 - Slide