6.1 naast de deur

Hoofdstuk 6: Je groene omgeving
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6: Je groene omgeving

Slide 1 - Slide

6.1 Naast de deur...

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 6.1
- Je leert dat je organismen kunt indelen in vier groepen. 

- en hoe je de naam van een plant of dier kunt opzoeken.

- Je leert dat elke soort een eigen leefomgeving heeft.

Slide 3 - Slide

Levensvormen kun je indelen in 4 rijken:
1. Dieren-rijk
2. Planten-rijk
3. Schimmel-rijk
4. Bacterie-rijk 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke verschillende levensvormen kun jij in jouw omgeving vinden?

Slide 6 - Open question

In welk rijk zou je de dadel-palm plaatsen?
A
Dieren-rijk
B
Planten-rijk
C
Schimmel-rijk
D
Bacterie-rijk

Slide 7 - Quiz

In welk rijk zou je de vliegenzwam plaatsen?
A
Dieren-rijk
B
Planten-rijk
C
Schimmel-rijk
D
Bacterie-rijk

Slide 8 - Quiz

In welk rijk zou je de meeuw plaatsen?
A
Dieren-rijk
B
Planten-rijk
C
Schimmel-rijk
D
Bacterie-rijk

Slide 9 - Quiz

In welk rijk zou je tetanus plaatsen?
A
Dieren-rijk
B
Planten-rijk
C
Schimmel-rijk
D
Bacterie-rijk

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen 6.1
- Je leert dat je organismen kunt indelen in vier groepen. 

- en hoe je de naam van een plant of dier kunt opzoeken.

- Je leert dat elke soort een eigen leefomgeving heeft.

Slide 11 - Slide

Hoe krijgen organismen hun naam?
Rijk
Afdeling
Klasse
Orde
Familie
Geslacht
Soort

Ezelsbruggetje:
(R) Ak of Gs?

Slide 12 - Slide

Hoe krijgen organismen hun naam?
Elk soort heeft een wetenschappelijke naam. 
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam is de geslachtsnaam.
Het tweede deel is de soortaanduiding.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Hoe krijgen organismen hun naam?
De kleinste groep om organismen in te delen is het soort. Soorten kunnen samen vruchtbare nakomelingen krijgen. Verschillen binnen een soort noemen we een ras.
 

Slide 16 - Slide

Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?
Met een determinatietabel. Of een app!

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 6.1
- Je leert dat je organismen kunt indelen in vier groepen. 

- en hoe je de naam van een plant of dier kunt opzoeken.

- Je leert dat elke soort een eigen leefomgeving heeft.

Slide 18 - Slide

Alle organismen bij elkaar noem je een leefgemeenschap of biotoop...

Slide 19 - Slide

BIOTOOP
Ieder organisme leeft op die plek waar de omstandigheden om te overleven precies goed zijn. Zo’n omgeving met de juiste leefomstandigheden heet een biotoop. De biotoop voor een eekhoorn is het bos.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Welke biotische factor vind je in het tropisch regenwoud?
A
Regen
B
Gras
C
Zon
D
Bomen

Slide 22 - Quiz

Waarom vind je een eekhoorn niet op het strand?

Slide 23 - Open question

Waarom vind je een krab niet in het bos ?

Slide 24 - Open question

Omstandigheden maken de biotoop 
Omstandigheden zoals veel of weinig schaduw hebben invloed op de planten en dieren die in een gebied leven. Die omstandigheden noem je ook wel invloeden of factoren.
Abiotische factoren = niet levend (bijvoorbeeld zon, regen en wind)
Biotische factoren = (bijv. bomen, gras, riet of koeien)


Slide 25 - Slide

Organismen hebben te maken met biotische en abiotische factoren...

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

1

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Welke abiotische factor vind je in de woestijn?
A
Veel zon
B
Weinig zon
C
Cactussen
D
Gebrek aan water

Slide 30 - Quiz

Door welke biotische factor zul je een eekhoorn vaak in het bos aantreffen?
A
Bomen om in te schuilen...
B
Een lekker zonnetje...
C
Goede temperatuur...
D
Voedsel zoals hazelnootjes...

Slide 31 - Quiz

Kun je een paar voorbeelden geven van verschillende biotopen?

Slide 32 - Open question


Doelgericht:
Paragraaf 6.1
Maak de opdrachten in je werkboek:
3, 4, 5, 6, 7, 8, 11, 12 en 13
Hiervoor heb je 10 minuten de tijd + je werkt fluisterend...



Klaar? Dan:


AAN DE SLAG!

Slide 33 - Slide