bs 1 +2 + 3

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

bloed
je hebt ongeveer 5-6 liter bloed
Bloed transporteert stoffen door ons lichaam (zuurstof/koolstofdioxide/verteerde voedingsstoffen) 
bloed transporteert warmte door ons lichaam.

Slide 2 - Slide

bloedplasma
7% plasma-eiwitten
bijvoorbeeld fibrinogeen->bloedstolling
91% water
2% opgeloste stoffen (voedingsstoffen/afvalstoffen/hormonen/enzymen/antistoffen/klein beetje zuurstof)
antistoffen->eiwitten die lichaam beschermen tegen infecties

Slide 3 - Slide

Bloedcellen
Alle cellen ontstaan uit stamcellen uit het rode beenmerg.

Slide 4 - Slide

rode bloedcellen
bevatten een rode kleurstof: hemoglobine
hemoglobine kan zuurstof binden en afgeven
te weinig hemoglobine -> bloedarmoede

Slide 5 - Slide

Rode bloedcellen
Productie wordt geregeld door terugkoppelingsmechanisme.
Zuurstofgehalte wordt gemeten in nieren, die maken epo als ze te weinig zuurstof krijgen. Door epo meer rode bloedcellen.

Slide 6 - Slide

Maken:
1-4

Slide 7 - Slide

Witte bloedcellen
ziekteverwekkers onschadelijk maken (fagocytose).
Verschillende typen (gaan we op in bij afweer)
Geen vaste vorm.
Wel celkern

Slide 8 - Slide

Bloedplaatjes
Zijn delen van uiteengevallen cellen.
Zorgen ervoor dat bloed buiten de bloedvaten stolt.
trombose

Slide 9 - Slide

Bloedstolling
Bloedplaatjes blijven kleven aan beschadigde wand.
Spiertjes in bloedvat trekken samen.
Bloedplaatjes geven een stof af wat er voor zorgt dat fibrinogeen->fibrine draden

Slide 10 - Slide

Maken
1-10

Slide 11 - Slide

Functies van bloed

Slide 12 - Slide

Functies bloed
  • vervoer van stoffen
  • Verdeling van warmte die vrijkomt bij dissimilatie
  • Zorgen voor een homogeen (gelijkmatig) en constant intern milieu.
  • Afweer tegen ziekteverwekkers 

Slide 13 - Slide

Transportsystemen
Planten en dieren van enkele cellen: diffusie
complexere dieren en planten werken met vaten.

Dieren hebben een buizenstelsel met pomp (hart) waar zowel de voedingsstoffen als afvalstoffen doorgaan.
Planten hebben transport in 2 richtingen en werken met verdamping en capillaire werking.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hulpharten
Enkelvoudige bloedsomloop

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Maken
14-19

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Hartslag bepalen

Slide 20 - Slide

kransslagaders/kransaders


kransslagaders voorzien het hart van zuurstof

kransaders vervoeren koolstofdioxide weer terug

Slide 21 - Slide

Teken
Met pijltjes de weg die bloed aflegt door het hart.

Waar het bloed heen gaat, dus teken het/een orgaan waar het bloed heen stroomt.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

systole(samentrekking) boezems
systole kamers, hierna hartpauze

Slide 24 - Slide

Sinusknoop
Gespecialiseerde groep cellen in rechterboezem die impulsen door het hart heen sturen

Slide 25 - Slide

kleppen

Slide 26 - Slide

Hartritme en bloeddruk
Hartritme: hoe vaak je hart slaat. Wordt beïnvloed door lichaamsactiviteit, emoties en hormonen.

Wanneer je hart sneller slaat dan stijgt de bloeddruk, wanneer het hart minder snel slaat dan daalt de bloeddruk. 
Gemiddeld 70x per minuut en +- 70-100 mL bloed.

Slide 27 - Slide

maken
21-28(+14-19)

Slide 28 - Slide