Enzym: een eiwit die reacties in een cel versnellen.
De snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt = de enzymactiviteit.
Enzymactiviteit is afhankelijk van:
- temperatuur
- zuurtegraad
Slide 4 - Slide
Enzymen - optimum
enzymactiviteit
optimumkromme: dan werkt het enzym het beste!
Slide 5 - Slide
Je kunt zetmeel aantonen met een indicator
Indicator
Een voedingsmiddel kun je aantonen met een indicator.
Joodoplossing is de indicator voor zetmeel.
Slide 6 - Slide
Conserveren
Voedsel bewaren op een manier waardoor schimmels en bacteriën niet kunnen voortplanten:
Invriezen (koelen)
Vacuüm verpakken
Zuur toevoegen
Drogen
Verhitten
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Verteringsstelsel
Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel. Doel van het verteringsstelsel: Het klein maken van voedsel zodat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden.
Slide 10 - Slide
Verteringsklieren
Verteringsklieren
-->
Verteringssappen
-->
Verteringsproducten
Slide 11 - Slide
Verteringssappen
Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren.