Bloedtransfusie

Bloedtransfusie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bloedtransfusie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Je kan benoemen welke bloedproducten wanneer gegeven worden
- Je kan benoemen welke 8 belangrijkste bloedgroepen er zijn rekening houdend met bloedtransfusie
- Je weet welke bloedgroepen matchen en welke niet.
- Je kan de aandachtspunten benoemen die horen bij het toedienen van een bloedtransfusie
- Je kan de complicaties benoemen die kunnen ontstaan bij het toedienen van een bloedtransfusie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bloedproducten en redenen voor toediening
Rode bloedcellen
-Bij veel bloedverlies
- Bij patiënten die onvoldoende rode bloedcellen aanmaken

Bloedplasma
- Bij patiënten met brandwonden
- Bij zeer groot bloedverlies

Bloedplaatjes
- Bij een kwaadaardige bloedziekte (bijv. leukemie)

Slide 3 - Slide

Donorbloed wordt vrijwel nooit direct gebruikt voor bloedtransfusie. Vaak hebben zorgvragers maar een bepaald bestanddeel nodig. 
Centrifugeren: 
- Bloedplasma (bovenin, is het lichtst)
- Bloedplaatjes en witte bloedcellen in het midden
- Rode bloedcellen (onderin, het zwaarst)

Rode bloedcellen:
  • Bloedverlies: na ongeluk of grote operatie
  • Onvoldoende rode bloedcellen: een beenmergafwijking
Bloedplaatjes: bij behandeling met chemo wordt beenmerg gedood. Dit zorgt juist voor de aanmaak van bloedplaatjes. Gevolg: ernstig tekort hieraan. 

VILANS:
Er zijn verschillende bloedproducten voor transfusie. De verschillende bloedproducten worden nooit gemengd, maar altijd als aparte transfusies gegeven.
- erytrocyten (rode bloedcellen)
- trombocyten (bloedplaatjes)
- plasma (bloedvloeistof met stollingseiwit)
Rode bloedcellen bevatten veel hemoglobine (Hb), waardoor het zuurstof en CO2 aan zich kan binden en transporteren.
Trombocyten (bloedplaatjes) zorgen ervoor dat bloed kan stollen.
Bloedplasma is de vloeistof waarmee de bloedcellen, bloedplaatjes en andere stoffen zich door het lichaam verplaatsen. Bloedplasma bestaat voor 91,5% uit water. De overige 8,5% zijn eiwitten (zoals antistoffen, stollingsfactoren en albumine), zouten, vetten en suikers. Ook draagt bloedplasma bij aan de temperatuurregulatie in het lichaam.

Naast bovengenoemde bloedproducten bevat bloed ook leukocyten (witte bloedcellen). Deze zijn zoveel mogelijk uit de donorbloedproducten verwijderd om afweerreactie te voorkomen.
Welke bloedgroepen ken je?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt er bedoeld met kruisbloed/proef?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Kruisbloed/proef
Laboratoriumtest: 

  • Bij elkaar voegen van serum van patiënt (ontvanger) met rode bloedcellen van de donor
  • Positieve kruisproef: geen bloedtransfusie

Slide 9 - Slide

Kruisproef: past bloed ontvanger bij het donorbloed door te kijken of er klontering van het bloed plaatsvindt als het bloed wordt samengebracht. Zo ja, dan is de kruisproef positief. Dat wil zeggen dat het donorbloed niet geschikt is. 
Toedieningswijzen

  • Perifeer infuus
  • Centraal veneuze katheter
  • Perifeer ingebrachte centrale katheter (PICC)
  • Port à catheter

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel druppels bloed bevat 1 ml. bloed?
A
16
B
18
C
20
D
22

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Controle bloed en zorgvrager (Vilans)
  • juiste gegevens van de cliënt (naam, initialen, adres, geslacht, geboortedatum en identificatienummer cliënt)
  • aanvraag en bloedproduct
  • productnummer bloed
  • bloedgroep (komt deze overeen met de bloedgroep en de Rhesusfactor van de cliënt)
  • uiterste toediendatum/-tijd
  • aanwezigheid van antistoffen (de kruisproef moet negatief zijn)
  • kleur, stolsels en lekkage
  • bij trombocyten ook op het swirling effect (een werveling waarneembaar lichtbrekingseffect) tijdens het zwenken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Controle toediening (Vilans)

- Twee keer controle uit twee onafhankelijk van elkaar afgenomen bloedmonsters (kruisbloed/ proef)

- Controle door laboratorium en zorgverlener (of iemand die bevoegd is)

- Voor de start van de toediening nogmaals controle door twee personen 

- Nogmaals controle bij de zorgvrager; juiste zorgvrager en juiste gegevens 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Controle voor toediening
Controle vitale functies (RR, HA en temp)



Dien de eerste 10 minuten niet meer dan 20 ml van het bloed toe.

Infuusslang doorspoelen voor en na de transfusie met min. 30 cc NaCL





  • vóór transfusie
  • 5-10 minuten na de start van de transfusie
  • bij een transfusiereactie
  • bij afkoppelen van de transfusie
  • na de transfusie
Bij geen (transfusie)reactie kan de transfusie vervolgd worden 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Toediening

- Erytrocyten: 300 ml in 1-2 uur

- Trombocyten: zo snel mogelijk, ongeveer 300 ml in 15-30 minuten

- Plasma: ongeveer 300 ml in 15-30 minuten

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke complicaties kunnen optreden tijdens een bloedtransfusie?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Complicaties 

- koorts, soms met koude rillingen
- kortademigheid
- lage bloeddruk
- benauwdheid
- anafylactische shock

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bronnen
- Sanquin; bloedgroepen:  https://www.sanquin.nl/over-bloed/bloedgroepen
- Richtlijnendatabase; bloedtransfusiebeleid: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/bloedtransfusiebeleid/bloedproducten_indicaties_logistiek_en_toediening/toediening_van_bloedproducten.html
- ZorgPad_ verpleegtechnisch vaardigheden; parenterale toediening 
- Catharina ziekenhuis; bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen: https://www.catharinaziekenhuis.nl/patientenfolders/bloedgroep-rhesusfactor-en-irregulaire-antistoffen-gyn-036/
- Vilansprotocollen; toedienen bloedproducten/ bloedtransfusie 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions