4.1 4.2 genotype en fenotype

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom

Ga rustig zitten en pak je boek. We gaan vandaag beginnen met thema 4 (thema 3 komen we later op terug)

Deze les

- Leer je het verschil tussen genotype en fenotype
- Leer je waar je genetische informatie opgeslagen is

Planning

Toetstips
uitleg
aan de slag

Vraag: In een park komen merels en eenden voor. Kunnen deze vogels een populatie vormen?

Tip 1

Gebruik in je antwoord de vraag die gesteld wordt.
 

"De merels en de eenden kunnen geen
populatie vormen omdat......"

Tip 2

Beantwoord de vraag als of je docent niks van het vak weet.

Alle tussenstapjes opschrijven.

... de eend en de merel samen geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Ze behoren daarom niet tot dezelfde soort.
Dieren die niet tot dezelfde soort behoren kunnen geen populatie vormen.

Waar is je erfelijke informatie opgeslagen?

Chromosomen 23 paar

DNA zit in de celkern

en is meestal niet opgerold: losse draden

Wanneer wel opgerold?

op een rijtje

Chromosomen liggen in de celkern.

Chromosomen bestaan uit strengen DNA.

DNA bevat codes voor verschillende eigenschappen.
Een stukje chromosoom met de code voor 1 eigenschap is
een gen

Al deze informatie bij elkaar heet het genotype

Genotype/Fenotype

Informatie in de chromosomen: Genotype
Hoe iemand eruit ziet: Fenotype

Wat is fenotype vanuit genotype?

Aan de slag!

Maken opdracht  1, 2 en 3

Klaar met de opdrachten?
Optie 1: uitdaging, zoek uit wat een allel. Maak een samenvatting met de woorden: gen, allel, genotype, fenotyep,
Optie 2: extra uitleg bekijken: https://www.npostart.nl/bio-bits/08-11-2012/NPS_1207530#0:0:0
Of bekijken: .htmhttps://biologiepagina.nl/34mavo/3Erfelijkheid/intro.htm

pauze!

Deze les

-Leer je hoe geslachtscellen ontstaan
-Leer je hoe bepaald wordt of een kind een jongetje of een meisje wordt.

Chromosomen met informatie over hetzelfde onderdeel vormen een paar

Ze zijn dus niet hetzelfde!
Maar bevatten informatie over dezelfde dingen.

1 van papa
1 van mama

De celkern van de zaadcel en de celkern van de eicel smelten samen

Beide bevatten 23 chromosomen.

Deze vormen paren.

1 van man, 1 van vrouw = 1 paar

kind heeft 46 chromosomen

De geslachtscellen hebben dus maar de helft van het aantal chromosomen!!!

van ieder paar 1

0

aantekening

Het ontstaan van eicellen en zaadcellen verloopt door reductiedeling, ook wel meiose genoemd.
Tijdens de meiose worden de paren gesplitst.

aan de slag!

maken opdracht 4 tm 8

0