4.5 Deel 1: Komst van het socialisme

4.5 Komst van het socialisme
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4.5 Komst van het socialisme

Slide 1 - Slide

Planning
  • SO
  • Lesdoelen 
  • Uitleg 

  • Opdrachten maken 
  • Opdrachten bespreken 
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

SO
  • Tafels uit elkaar
  • Alleen een pen op tafel
  • 25 minuten de tijd
  • Vergeet niet je naam op te schrijven
  • Klaar? steek je vinger op, ik kom de toets halen. Ga STIL iets voor jezelf doen. 

  • Het is helemaal stil
timer
25:00

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan 6 gevolgen noemen van de industrialisatie voor Nederland
  • Je kan uitleggen wat de sociale kwestie is
  • Je kan een definitie geven van kapitalisme, socialisme en sociaaldemocraten 
  • Je kan uitleggen dat het kapitalisme en socialisme tegenpolen zijn

Slide 4 - Slide

Vooraf...
  • Wie van jullie werkt er?
  • Mogen jullie op alle uren werken?
  • Wie bepaalt dat? 
  • Waarom zou dat zo geregeld zijn?

Slide 5 - Slide

Industriële revolutie in NL
  • Vanaf 2e helft 19e eeuw

  • Gevolgen:
  • Eerst textiel fabrieken
  • Rond 1890 zware industrie = machine / scheepsbouw
  • Aanleg waterwegen en spoorlijnen
  • Steenkoolmijnen 
  • Kinderarbeid
  • Lage lonen 





Slide 6 - Slide

Sociale kwestie

Het probleem van de armoede en de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders als gevolg van de industriële revolutie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Socialisme VS kapitalisme
  • Kapitalisme = een economisch systeem waarbij ondernemers zoveel mogelijk winst proberen te maken 

  • Socialisme = politieke stroming die meer gelijkheid wil tussen arm en rijk. Onstond rond 1850 

Slide 11 - Slide

Grondlegger socialisme
  • Econoom Karl Marx 
  • Klassenstrijd tussen arm en rijk
  • Arbeiders --> revolutie beginnen, macht grijpen
  • Rijkdom eerlijk verdelen 

Slide 12 - Slide

Andere stroming binnen socialisme
  • Sociaaldemocraten =
  • Gematigde stroming binnen het socialisme
  • Wilde de omstandigheden niet verbeteren door revolutie
  • Maar via het parlement --> Wetten maken. 

Slide 13 - Slide

Het liberalisme is een politieke stroming die zoveel mogelijk opkomt voor ....?.... van de burgers
A
vrijheid
B
gelijkheid

Slide 14 - Quiz

De grondwet van 1848 is een liberale grondwet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Sociaaldemocraten wilde via een revolutie meer gelijkheid tussen arm en rijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Karl Marx was de grondlegger van het socialisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Het kapitalisme is een economisch systeem waarbij ondernemers zoveel mogelijk winst proberen te maken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

De sociale kwestie gaat over...
A
De slecht woonomstandigheden van arbeiders
B
De slechte werkomstandigheden van arbeiders
C
De slechte woon- en werkomstandigheden van arbeiders

Slide 19 - Quiz

Wat zijn gevolgen van de industrialisatie in Nederland?
A
Aanleg waterwegen en spoorlijnen
B
Kinderarbeid
C
Lage lonen
D
A, B en C zijn goed

Slide 20 - Quiz

Wat is het verschil tussen socialisten en de sociaaldemocraten...
A
De socialisten waren voor een kapitalistisch systeem, de sociaaldemocraten niet
B
De sociaaldemocraten wilde via wetten meer gelijkheid de socialisten via een revolutie

Slide 21 - Quiz

Opdrachten maken
  • 4.5 Opdracht 1 t/m 5

  • Na 15 minuten bespreken

  • Eerder klaar?
  • Bekijk ontdekkingsplaat 
  • Maak begrippenlijst 
timer
15:00

Slide 22 - Slide

Huiswerk

Slide 23 - Slide