Pallas les 5 genitivus KM

lesdoelen
je herhaalt de naamvallen van de nominativus en de accusativus
je kent de uitgangen van de genitivus
je weet hoe je genitivus kan vertalen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

lesdoelen
je herhaalt de naamvallen van de nominativus en de accusativus
je kent de uitgangen van de genitivus
je weet hoe je genitivus kan vertalen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welk lidwoord duidt op een nominativus?
A
B
τὸν
C
οἱ
D
τοὺς

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Welk lidwoord duidt op een accusativus?
A
B
τὰς
C
τὴν
D
αἱ

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Wat is het lidwoord van de genitivus enkelvoud mannelijk en onzijdig?
A
τῆς
B
τοῦ
C
τὸν
D
τῶν

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is er opvallend aan de nominativus en de accusativus van onzijdige woorden?

Slide 9 - Open question

Les 5     De Genitivus
Gebruik van de genitivus:

1.  aangeven van de bezitter: ὁ του δεσποτου δουλος   -  de slaaf van de meester

2. als aanvulling bij een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. Achter het woord staat dan in de
     woordenlijst (+ gen.)    voorbeeld: ἐπιθυμεω (+ gen.)     verlangen naar
     ὁ Ἡρακλης της καλης  ζωνης  ἐπιθυμεῑ.     Herakles verlangt naar de mooie gordel.

3. na sommige voorzetsels. Sommige voorzetsels hebben altijd een genitivus bij zich.
     ἐκ + gen.  = uit      ἐκ της οἰκιας   = uit het huis
 

Slide 10 - Slide

Les 5         De Genitivus
De genitivus is de tweede naamval.

Vormen:
nom. ev.       ἡ μαχη              ἡ χωρα               ὁ δεσποτης                   ὁ δουλος           το θηριον           
gen. ev.         της  μαχης       της  χωρας        του δεσποτου              του δουλου      του θηριου

nom mv.        αἱ μαχαι          αἱ χωραι             οἱ δεσποται                  οἱ δουλοι           τα θηρια
gen. mv.        των μαχων      των χωρων        των δεσποτων            των δουλων      των θηριων

Slide 11 - Slide

Les 5   De Genitivus
De plaats van de genitivus.

De genitivus kan (net als het bijvoeglijk naamwoord) op twee plaatsen staan:
1. tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
    ὁ  του πολεμου  θεος    -  de god van de oorlog

2. achter het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort, maar dan moet je (net als bij het         bijvoeglijk naamwoord) het lidwoord herhalen.
     ὁ  θεος  ὁ του πολεμου  -   de god van de oorlog

Slide 12 - Slide

Een andere manier om ἡ του δεσποτου οἰκια te schrijven is:
A
ἡ οἰκια του δεσποτου
B
του δεσποτου ἡ οἰκια
C
ἡ οἰκια ὀ του δεσποτου
D
ἡ οἰκια ἡ του δεσποτου

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide