This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Zelfstandige naamwoorden
Slide 1 - Slide
nominativus
genitivus
dativus
accusativus
ἡ πετρα
τα δενδρα
τοις ποταμοις
των θεων
την θεαν
ὁ δουλος
της μαχης
το τεκνον
τους χρονους
τῃ κορῃ
Slide 2 - Drag question
Welk van de volgende vormen is een dativus?
A
κεφαλην
B
κεφαλῃ
C
κεφαλας
D
κεφαλης
Slide 3 - Quiz
Welk van de volgende vormen staat NIET in het meervoud?
A
κεφαλας
B
κεφαλαι
C
κεφαλων
D
κεφαλη
Slide 4 - Quiz
Welk van de volgende vormen staat in het enkelvoud?
A
θρονοι
B
θρονος
C
θρονων
D
θρονους
Slide 5 - Quiz
Welk van deze vormen is een genitivus?
A
θρονου
B
θρονον
C
θρονοις
D
θρονους
Slide 6 - Quiz
Welk van deze vormen geeft de accusativus meervoud aan?
A
πετρας
B
πετρα
C
πετρᾳ
D
πετρων
Slide 7 - Quiz
Wist je dat...
...een genitivus voor een zelfstandig naamwoord kan staan, naeen zelfstandig naamwoord kan staan, en zelfs tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord in kan staan?
...een genitivus bij sommige voorzetsels verplicht is?
Voorzetsels met de genitivus herken je in de woordenlijst aan de toevoeging: + gen.
...een genitivus soms een aanvulling is bij een werkwoord? Werkwoorden met een genitivus herken je in de woordenlijst aan de toevoeging: + gen.
Slide 8 - Slide
Vertaal de volgende zin: Ἡ Δημητηρ ἐστι της Ἡρας ἀδελφη.
Slide 9 - Open question
Vertaal de volgende zin: Οἱ της θεας υἱοι δολον ἐκφροντιζουσιν.
(ἐκφροντιζω = bedenken)
Slide 10 - Open question
Vertaal de volgende zin: Οὐκ ἀει ῥᾳδιος ἐστιν ὁ των ἀνθρωπων βιος.
(ῥᾳδιος = gemakkelijk)
Slide 11 - Open question
Vertaal de volgende zin: Οἱ της κορης ἀδελφοι ὁπλα ἐχουσιν.
Slide 12 - Open question
Vertaal de volgende zin: Του τεκνου ἀκουει ἡ ἀδελφη: δακρυει γαρ το τεκνον.
(ἀκουω + gen = horen; δακρυω = huilen)
Slide 13 - Open question
Vertaal de volgende zin: Ἐγγυς των πετρων ἐστι το πεδιον.
Slide 14 - Open question
Vertaal de volgende zin: Ἡ Ἡρα του γαμου θεα ἐστιν.
Slide 15 - Open question
Wist je dat...
...je een dativus met veel verschillende voorzetsels kunt vertalen? Je kunt kiezen uit: aan, voor, met, door, in, op, te. Leer deze voorzetsels goed uit je hoofd!!
Slide 16 - Slide
Noteer de dativus enkelvoud van δολος.
Slide 17 - Open question
Noteer de dativus meervoud van δενδρον.
Slide 18 - Open question
Noteer de dativus meervoud van κεφαλη.
Slide 19 - Open question
Noteer de dativus enkelvoud van τεχνη.
Slide 20 - Open question
Noteer de dativus meervoud van θηριον.
Slide 21 - Open question
Noteer de dativus enkelvoud van χωρα.
Slide 22 - Open question
Vertaal de volgende zin: Το δειπνον ἡ μητηρ παρασκευαζει τῳ τεκνῳ.
(το δειπνον = maaltijd; παρασκευαζω = klaarmaken)
Slide 23 - Open question
Vertaal de volgende zin: Μετα την μαχην τα ὁπλα τοις υἱοις καθαιρει ὁ πατηρ.