2aha Beeldspraak

2 havo/vwo
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2 havo/vwo

Slide 1 - Slide

  • Je weet wat beeldspraak is en waarom we dit gebruiken.
  • Je hebt met vergelijkingen geoefend.
  • Je hebt kennis gemaakt met de termen 'metafoor' en 'personificatie'.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Taalgebruik
Letterlijk: Je zegt precies wat je bedoelt.

  • Ik luister de hele middag naar hetzelfde liedje.
  • Die man stinkt en is heel rijk.


Slide 4 - Slide

Taalgebruik
Figuurlijk: Je zegt iets anders dan je
daadwerkelijk bedoelt. 

  • Het is altijd weer hetzelfde liedje.
  • Die man is stinkend rijk.


Slide 5 - Slide

''Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik.''
Waarom bestaat dit figuurlijke taalgebruik?

Slide 6 - Slide

DE VERGELIJKING
  • Waarom gebruiken we vergelijkingen?
  • Twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken.
  • Een object (o) en een beeld (b).
  • Te herkennen aan signaalwoorden van vergelijking. 

'Na de halve marathon was hij (o) zo rood als een tomaat (b).'

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

DE METAFOOR
  • Het object (o) wordt weggelaten en wordt vervangen door het beeld (b).
  • Je moet zelf de betekenis achter het beeld (b) vaststellen.

'De tomaat haalde een tijd van 1:58:30 op de halve marathon.'

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

DE PERSONIFICATIE
  • Je stelt een levenloos ding voor als levend persoon.

Het schip danste op de golven.
Het gevaar loert op iedere hoek.
De toekomst lacht ons toe

Slide 11 - Slide

Oefenen
Vergelijking, metafoor en personificatie.
havo: H2 Woordenschat, opdracht 3 en 4.
vwo: H2 Woordenschat, opdracht 3 en 4.


Slide 12 - Slide

  • Je weet wat beeldspraak is en waarom we dit gebruiken.
  • Je hebt met vergelijkingen geoefend.
  • Je hebt kennis gemaakt met de termen 'metafoor' en 'personificatie'.
Lesdoelen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video