Opdracht 22
1 Rij 1: nog – Pim – bal – heb – ik – je.
Rij 2: Klaas – zuurtjes – haar – twee – geeft – oom.
2 Pim, ik heb je bal nog. Of: Ik heb je bal nog, Pim.
3 Oom Klaas geeft haar twee zuurtjes.
4 Bij de woorden uit de eerste rij hoor je korte klinkers. Bij de woorden uit de tweede rij hoor je lange klinkers.