luisteren

Luistertoets
Je hebt voor deze toets van 9.00 tot 9.30 uur de tijd.
Je kan de audio vaker beluisteren, maak daar -zo nodig- gebruik van. 
Let wel op de tijd! Om 9:30 uur stopt de toets.

Open vragen mogen zowel in het Nederlands als in het Duits beantwoord worden.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
duitsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Luistertoets
Je hebt voor deze toets van 9.00 tot 9.30 uur de tijd.
Je kan de audio vaker beluisteren, maak daar -zo nodig- gebruik van. 
Let wel op de tijd! Om 9:30 uur stopt de toets.

Open vragen mogen zowel in het Nederlands als in het Duits beantwoord worden.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar is de tafel?
A
binnen
B
buiten

Slide 2 - Quiz

Antwoord: B

1 - 12b1
1.9

0:19
Welke olijven bestelt de gast?
tot 0:40 luisteren
A
zwarte
B
groene

Slide 3 - Quiz

Antwoord: B

1 - 16a
1.12
vraag 1

0:40
Uit welke drie ingrediënten bestaat de groentesap (Gemüsesaft)?
vanaf 0:40 luisteren

Slide 4 - Open question

Antwoord: Sellerie, Karotten, Apfel

1 - 16a
1.12
vraag 2

1:04
Wat bestelt het jongetje te drinken?
tot 0:33 luisteren
A
Een grote limonade
B
Een kleine limonade

Slide 5 - Quiz

Antwoord: A

2 - 5b
1.14
vraag 1

0:33
Welk hoofdgerecht bestelt het meisje uiteindelijk?
Welk toetje bestelt het meisje?
(geef dus 2 antwoorden)
vanaf 0:33 luisteren

Slide 6 - Open question

Antwoord: Pizza, Karamelpudding

2 - 5b
1.14
vraag 2

0:49
Wat bestelt de gast te drinken?
A
Bier
B
Gemüsesuppe
C
Wein
D
Sardinensaft

Slide 7 - Quiz

Antwoord: A

2 - 8b
1.14

1:08
Welk voorgerecht wordt door de ober aanbevolen?

Slide 8 - Open question

Antwoord: Tintenfisch

2 - 12b1
1.16

0:47

Hoe wil de gast het gerecht gekruid?
A
scherp
B
niet zo scherp

Slide 9 - Quiz

Antwoord: B

3 - 7.2
1.25

0:19
Waarin wordt de sliptong gesmoord?
A
zeer weinig olijvenolie
B
zeer veel olijvenolie

Slide 10 - Quiz

Antwoord: A

3 - 7.3
1.26

0:16
Waarmee wordt de filet geserveerd?
A
een scherpe tomatensaus
B
een milde tomatensaus

Slide 11 - Quiz

Antwoord: A

3 - 7.4
1.27

0:18
Is het gerecht vegetarisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Antwoord: A

3 - 7.5
1.28

0:18
Wil de gast de salade voor, na of tijdens het eten?
A
voor
B
na
C
tijdens

Slide 13 - Quiz

Antwoord: A

3 - 10.1
1.29

0:15
Neemt de gast een salade?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Antwoord: A

3 - 10.2
1.30

0:13
Wil de gast een bijlage bij de vis?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Antwoord: A

3 - 10.3
1.31

0:12
Wil de gast nog iets bestellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Antwoord: B

3 - 10.4
1.32

0:10
Wil de gast nog iets bestellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Antwoord: B

3 - 10.5
1.33

0:13
Nemen de gasten uiteindelijk nog iets te eten als dessert?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Antwoord: A

3 - 14b.1
1.34

1:10
Nemen de gasten uiteindelijk nog iets te eten als dessert?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Antwoord: B

3 - 14b.2
1.35
0:44
Welke drie dingen zouden de gasten graag naar de tafel gebracht krijgen?

Slide 20 - Open question

Antwoord: (wat meer) brood, zout, peper
(3 goed = 2 punten, 2 goed = 1 punt, 1 goed = 0 punten)

4 - 5.1
1.38

0:21

Welke twee drankjes willen de gasten nog?

Slide 21 - Open question

Antwoord: wijn, (een kleine fles) water (met weinig koolzuur)

4 - 5.2
1.39 

0:31
Wat is het probleem?
A
de gast heeft slagroom gekregen, maar wil deze niet
B
de gast heeft geen slagroom gekregen, maar wil deze wel

Slide 22 - Quiz

Antwoord: A

4 - 7b.1
1.40

0:12
Wat is het probleem?
A
De gast heeft visfilet gekregen in plaats van inktvis.
B
De gast heeft inktvis gekregen in plaats van visfilet.

Slide 23 - Quiz

Antwoord: B

4 - 7b. 2
1.41

0:16
Wat is het probleem?
A
De gast heeft citroeneis gekregen in plaats van hete citroen.
B
De gast heeft hete citroen gekregen in plaats van citroeneis.

Slide 24 - Quiz

Antwoord: b

4 - 7b. 3
1.42

0:17
Wat is het probleem?
A
De gast heeft eerst de salade gekregen en krijgt daarna pas de biefstuk, maar wil deze gelijktijdig.
B
De gast heeft de salade en de biefstuk gelijktijdig gekregen, maar wil eerst de salade en daarna pas de biefstuk.

Slide 25 - Quiz

Antwoord: B

4 - 7b. 4
1.43

0:22
Wat is het probleem?
A
De gast heeft polenta gekregen, maar zou eigenlijk aardappelen krijgen.
B
De gast heeft aardappelen gekregen, maar zou eigenlijk polenta krijgen.

Slide 26 - Quiz

Antwoord: A

4 - 7b. 5
1.44

0:15
Hoeveel moeten de gasten betalen?
(dit is dus exclusief fooi)

Slide 27 - Open question

Antwoord: €57,80

5 - 2.1
2.1

0:26
Zijn de gasten tevreden?
tot 0:13 luisteren
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Antwoord: A

5 - 8b
2.7
vraag 1

0:13
Wat wenst de ober de gasten tijdens het afscheid?
vanaf 0:13 luisteren

Slide 29 - Open question

Antwoord: een mooie avond en van het beste (alles Gute)

5 - 8b
2.7
vraag 2

0:52