4K_Thema 12| bs. 2 De bloedsomloop en de bloedvaten

12.2 De bloedsomloop en de bloedvaten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

12.2 De bloedsomloop en de bloedvaten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 12.2 
12.2.1 Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

12.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

12.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 2 - Slide

Planning
10 min: Wat weet je nog? Quiz
25 min: Uitleg of zelf aan de slag
10 min: Opnieuw de quiz om te controleren

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 4 - Slide

Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de grote bloedsomloop?
A
Het ophalen van koolstofdioxide en het brengen van afvalstoffen.
B
Het brengen van koolstofdioxide en het ophalen van zuurstof.
C
Het ophalen van afvalstoffen en het brengen van zuurstof.
D
Het ophalen van zuurstof en het brengen van afvalstoffen.

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van de kleine bloedsomloop?
A
Zuurstof brengen naar de rest van het lichaam
B
Zuurstof ophalen bij de longen
C
De hersenen van zuurstof voorzien
D
Zuurstof uit de lucht halen

Slide 7 - Quiz

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 8 - Quiz

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
'Dunne' wand, weinig gespierd
Vervoert bloed 
van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 9 - Drag question

Wat wordt aangegeven met 14 in de afbeelding?
A
Leverslagader
B
Leverader
C
Nierslagader
D
Nierader

Slide 10 - Quiz

2 opties
Weet je alles nog best goed?
1. Je gaat zelfstandig aan de slag met de opgaven van 12.2

Nog uitleg nodig?
2. Luister mee en maak daarna de quiz beter dan de eerste keer.

Slide 11 - Slide

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
Mensen hebben een dubbele bloedsomloop (bloed 2x door hart)

Slide 12 - Slide

3 typen bloedvaten

Slide 13 - Slide

Slagaders
  • Meestal zuurstofrijk bloed (behalve de longslagader!)
  • Bloed stroomt van het hart af, naar de organen toe
  • Dikke, elastische wand
  • Bloeddruk is hoog  *voel
  • Liggen diep in het lichaam

Slide 14 - Slide

Aders
  • Meestal zuurstofarm (behalve longader!)
  • Bloed stroomt van organen af, naar het hart toe
  • Bloeddruk is laag
  • Geen hartslag te voelen
  • Op veel plaatsen kleppen

Slide 15 - Slide

Haarvaten
  • Hebben één cellaag dikke wand

  • Er vindt uitwisseling plaats van voedingsstoffen en afvalstoffen (CO2) 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Naamgeving 
De slagaders zijn vernoemd naar het gebied/orgaan waar ze  bloed naar toe brengen.
 

De aders zijn vernoemd naar het gebied/orgaan waar ze vandaan komen.


Slide 18 - Slide

Uitzonderingen
Aorta: Grote slagader die zuurstofrijk bloed verspreid door lichaam

Bovenste holle ader: zuurstofarm bloed vanaf de bovenkant van het lichaam stroomt via hier naar het hart

Onderste holle ader: zuurstofarm bloed vanaf de onderkant van het lichaam stroomt via hier naar het hart



Slide 19 - Slide

De poortader
De poortader is ook een uitzondering. 

De poortader= zuurstofarm 

Vervoert bloed van de darmwand naar de lever, zodat de lever de glucose gehalte kan regelen.

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Lees en maak 
12.2 De bloedsomloop en bloedvaten

Slide 21 - Slide