This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Ich schicke meinem Vater Blume. Ich schicke .... Blume
Ich habe es deiner Freundin gesagt. Ich habe es ..... gesagt.
Lees de zin!
wat is het onderwerp? -> 1e naamval
wat is het lv? -> 4e naamval
wat is het mv? -> 3e naamval
voorzetsels? -> 3e of 4e naamval toepassen
Denk aan het geslacht!!
das Mädchen (o) => es dus geen sie!!