Hv2te Fictie 7 Spanning

Welkom hv2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom hv2

Slide 1 - Slide

Programma    2h2
  1. Voorkennis activeren: leesboek
  2. herhalen : Fictie les 7 Spanning
  3. maken: opdracht 9 t/m 12
  4. Cambiumned- zinsdelen - oefening 1
  5. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Slide

Programma    2h1

  1. herhalen : woordsoorten (les 5) en zinsdelen (les 6)           benoemen
  2. Fictie 7: spanning
  3. maken: 9 t/m 12
  4. Afsluiting en vooruitblik


Slide 3 - Slide

voorkennis activeren
  1. Wat is de titel van je leesboek
  2. Wat kan jij mij vertellen over de hoofdpersoon? Wat heeft hij meegemaakt/ Wat is er met hem gebeurd?
  3. Fictie : is het verhaal realistisch of niet-realistisch
  4. Kan jij je identificeren met de hoofdpersoon


Slide 4 - Slide

Herhalen
doel: Je kan de woordsoorten vinden in zin
            Je kan de zinsdelen benoemen

1. Noem de verschillenden woordsoorten op
2.Noem de verschillende stappen van de zinsdelen op
3. Maak met je maatje de opdrachten
4. Bespreek de antwoorden met een andere groep

Slide 5 - Slide

Stappen voor het redekundig ontleden
                    1. Persoonsvorm(maak de zin vragend)
                     2. werkwoordelijk gezegde (alle ww in de zin)
                     3. onderwerp (wie/wat + wg)
                     4. lijdend woordwerp (wie/wat + gez + o = lv)
                     5. meewerkend voorwerp (aan wie/voor wie?)
                      6. voorzetsel voorwerp (voorzetsel heeft een sterke band met ww)
                       7. bijwoordelijke bepaling (alles wat overblijft

Slide 6 - Slide

les 7 Spanning
Doel: Je leert wat spanning is en hoe een schrijver spanning gebruikt om de aandacht van de lezer of kijker vast te houden.

Slide 7 - Slide

Spanning of sensatie?
  • Spanning en sensatie zijn niet hetzelfde.
  • Sensatie = opwinding
  • Spanning = willen weten hoe het verdergaat
  • Startpunt van spanning is herkenbaarheid (een lezer of kijker moet op een of andere manier de hoofdpersoon ‘sympathiek’ vinden of zich ‘herkennen’ in de hoofdpersoon). 


Slide 8 - Slide

Waarom is de hoofdpersoon in een boek of film bijna altijd sympathiek?

Slide 9 - Open question

Emotionele spanning
  • Doordat een lezer zich identificeert met de personages, wil hij ook dat het goed met ze gaat. Met dit gevoel kan een schrijver ook spanning creëren.
  • Emotionele spanning = de lezer weet meer dan de personages.
  • Als lezer krijg je sterk het gevoel dat je de personages wilt waarschuwen, om ze te behoeden voor mogelijke ellende.

Slide 10 - Slide

Intellectuele spanning
  • Intellectuele spanning = wanneer je juist minder of net zo veel weet als de personages.
  • Je puzzelt dan als het ware mee met de hoofdpersoon, bijvoorbeeld in een politieserie.

Slide 11 - Slide

Is er hier sprake van emotionele
of intellectuele spanning?
A
emotionele spanning
B
intellectuele spanning

Slide 12 - Quiz

Is er hier sprake van emotionele
of intellectuele spanning?
A
emotionele spanning
B
intellectuele spanning

Slide 13 - Quiz

Is er hier sprake van emotionele
of intellectuele spanning?
‘Whodunit’ komt van het Engelse ‘who (has) done it?’, oftwel ‘wie heeft het gedaan?’. Het is een detective waarbij de nadruk ligt op het vinden van de dader van gepleegde misdaad, vaak een moord.
A
emotionele spanning
B
intellectuele spanning

Slide 14 - Quiz

Opdrachten
Lees het fragment op blz 32
Maak opdr 9-10-11-12
Je krijgt hiervoor 15 minuten
Je mag samen werken en zachtjes overleggen

Slide 15 - Slide

Lesdoelcheck!
Wat is het startpunt van spanning?

Slide 16 - Open question

Lesdoelcheck!
Wat is het verschil tussen emotionele en intellectuele spanning?

Slide 17 - Open question

Afsluiting en vooruitblik

Herfstvakantie

Volgende les: maandag 4 november
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: vervolg fictie  8

Slide 18 - Slide

Hv2te Fictie 7 Spanning

Slide 19 - Slide