Woensdag 21 september a.s.

welkom
Gedicht

Nakijken huiswerk 15, 16, 17, 18 en 20.
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

welkom
Gedicht

Nakijken huiswerk 15, 16, 17, 18 en 20.

Slide 1 - Slide

Welkom 
Gedicht 

Slide 2 - Slide

lesdoelen
Hoe gebruik je leesstrategieen
welke tekstdoelen en tekstvormen zijn er
hoe je tekstverbanden herkent aan signaalwoorden
hoe je het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst vindt 
hoe je de hoofdgedachte van een tekst vindt. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is waarschijnlijk het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het? 
Met welk doel is de tekst geschreven?
hoe is de tekst opgebouwd? Is er een duidelijke inleiding of slot
wat is de bron van de tekst en wie is de schrijver 

Slide 5 - Slide

Welke leesstrategieën kennen we?

Slide 6 - Open question

Welke manier van lezen gebruik je als eerste als je een tekst krijgt?
A
studerend lezen
B
verkennend lezen
C
globaal lezen
D
zoekend lezen

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
verkennen

Slide 8 - Quiz

Als er wordt gevraagd naar de hoofdgedachte van de tekst dan...
A
vat je de tekst samen in één woord.
B
vat je de tekst samen in één zin.
C
maak je een korte samenvatting
D
noteer je het doel van de tekst.

Slide 9 - Quiz

Welke leesstrategie gebruik je bij
'de tekst begrijpen'?
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Zoekend lezen
D
Studerend lezen

Slide 10 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de eerste alinea.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je zelf bedenken.
D
staat in eerste en/of laatste alinea.

Slide 11 - Quiz

Het doel van een nieuwsbericht is om de lezer te...
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 12 - Quiz

'Daarentegen' is een signaalwoord voor een...
A
Opsommend verband
B
Concluderend verband
C
Redengevend verband
D
Tegenstellend verband

Slide 13 - Quiz

Welke leesstrategie gebruik je als je de tekst wil begrijpen én onthouden?
A
Verkennend lezen
B
Zoekend lezen
C
Nauwkeurig lezen
D
Studerend lezen

Slide 14 - Quiz

Bij welke leesstrategie bekijk ik de titel, tussenkopjes, plaatjes, dikgedrukte woorden en de bron?
A
Verkennend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 15 - Quiz

Wat is een kenmerk van verkennend lezen?
A
Je leest de tekst helemaal.
B
Je bekijkt de titel.
C
Je zoekt woorden op die je niet begrijpt.

Slide 16 - Quiz

Ik moet antwoord krijgen op een vraag.
Hoe lees je?
A
Oriënterend (verkennend)
B
Globaal
C
Zoekend
D
Intensief (grondig)

Slide 17 - Quiz

Hoe lees je?
A
Zoekend
B
Oriënterend (verkennend)
C
Intensief (grondig)
D
Globaal

Slide 18 - Quiz