What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3Md 19-4 spelling blok 5
Nederlands 19 april
Welkom & absenten
Herhaling §4.9 (meeste of meesten?)
Spelling Blok 5 doornemen theorie §5.11 maken opdrachten 3 en 4 en 6, theorie §5.12 en maken 7 en 8
Lesdoel: opfrissen kennis spelling en voorbereiden op toets spelling blok 1 t/m 6
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands 19 april
Welkom & absenten
Herhaling §4.9 (meeste of meesten?)
Spelling Blok 5 doornemen theorie §5.11 maken opdrachten 3 en 4 en 6, theorie §5.12 en maken 7 en 8
Lesdoel: opfrissen kennis spelling en voorbereiden op toets spelling blok 1 t/m 6
Slide 1 - Slide
https:
Slide 2 - Link
samenstelling van het woord:
reus + trots
Slide 3 - Open question
samenstelling:
lieveling + zanger
Slide 4 - Open question
samenstelling:
opgave + formulier
Slide 5 - Open question
samenstelling:
zon + bank
Slide 6 - Open question
boom + stam
A
boomsstam
B
boomstam
Slide 7 - Quiz
bus + chauffeur
A
buschauffeur
B
busschauffeur
Slide 8 - Quiz
kapper + zaak
A
kapperszaak
B
kapperzaak
Slide 9 - Quiz
verkiezing + strijd
A
verkiezingstrijd
B
verkiezingsstrijd
Slide 10 - Quiz
opdracht 2 en 3/blok 4
Maak opdracht 2 en 3 op blz. 196. Sommige samenstellingen hebben we klassikaal behandeld. Noteer deze ook.
Slide 11 - Slide
https:
Slide 12 - Link
......... zochten naar de juiste woorden om elkaar de liefde te verklaren.
A
beide
B
beiden
Slide 13 - Quiz
Over het algemeen zijn honden leuk. Voor ............ ben ik bang.
A
sommige
B
sommigen
Slide 14 - Quiz
Slechts enkele mannen laten een snor staan. Gelukkig weten de ............. beter.
A
meeste
B
meesten
Slide 15 - Quiz
Hij deed twee pogingen. .......... mislukten.
A
beide
B
beiden
Slide 16 - Quiz
Veel vmbo'ers zijn geslaagd en ..... met alleen maar voldoendes.
A
sommige
B
sommigen
Slide 17 - Quiz
opdracht 4 en 5/blok 4
Maak opdracht 4 en 5 op blz. 197 en 198. Sommige woorden hebben we klassikaal behandeld. Noteer deze ook.
Slide 18 - Slide
Spelling
blok 5
Slide 19 - Slide
Wat is een citaat?
Slide 20 - Open question
Citaten
-Schrijf aanhalingstekens aan het begin en aan het einde van het citaat.
- Begin een citaat met een hoofdletter.
- Gebruik een dubbele punt als een citaat in een zin begint.
- Een punt, vraagteken of uitroepteken komt voor het laatste aanhalingsteken
Voorbeelden
Dori riep: ‘Wacht op mij!’
Robin en Fester zeiden: ‘We zijn nog niet klaar.’
Slide 21 - Slide
Gebruik komma’s als de zin na het citaat doorloopt en als het citaat na een onderbreking verdergaat.
‘Door jullie’, zei Merwin, ‘komen we te laat.’
‘Schiet dan op zeg’, zei Yasin.
‘Ah joh!’, riep Hanne, ‘rustig aan.’
Slide 22 - Slide
Maak het citaat correct: Hans en Jan zeiden we gaan niet mee op vakantie.
Slide 23 - Open question
Maak het citaat correct: Jim zei ik wil naar de bioscoop.
Slide 24 - Open question
Komma
Zet een komma tussen twee werkwoorden die niet bij hetzelfde gezegde horen.
Als ik deze rekening
betaal, verrekenen
we het wel met de andere bedragen.
Nadat we hadden
gezwommen, gingen
we heerlijk zonnen.
Slide 25 - Slide
Gebruik een komma tussen de delen van een opsomming. Let op: gebruik je
en
of
of
in een opsomming, dan schrijf je op die plek geen komma.
Ik heb twee vissen, drie hamsters, twee muizen, een paard en een hond.
Gaan we morgen naar de waterval, de grot of het strand?
Slide 26 - Slide
Zet een komma voor de signaalwoorden: maar, want, omdat, doordat, tenzij, mits, zodat, zodra.
Het regent,
maar
ik moet nog even naar de winkel.
Ik regel oppas voor de kat,
omdat
we twee weken op vakantie gaan.
Slide 27 - Slide
Gebruik een komma voor of na een aanhef, uitroep of naam.
‘U vergeet uw pinpas,
meneer
!’
‘
Hallo,
ik ben de invaller.’
‘Noud,
help je even mee?’
‘U vergeet uw pinpas,
Slide 28 - Slide
Plaats komma's: Het regent maar ik moet nog even naar de winkel.
Slide 29 - Open question
Ik heb twee vissen drie hamsters twee muizen een paard en een hond.
Slide 30 - Open question
Als we naar hem gingen kwam Lisa ook.
Slide 31 - Open question
Pim help je even mee?
Plaats citaat en komma.
Slide 32 - Open question
Directe rede
is de letterlijke weergave van iemands woorden.
Toen zei ze tegen me: 'Ik wil je nooit meer zien.' (directe rede)
Zal ik je naar huis brengen?', vroeg hij verlegen. (directe rede)
Indirecte rede
worden iemands woorden niet letterlijk weergegeven.
Toen zei ze tegen me dat ze me nooit meer wilde zien. (indirecte rede)
Hij vroeg verlegen of hij haar naar huis mocht brengen. (indirecte rede)
Slide 33 - Slide
Toen zei ze tegen me dat ze me nooit meer wilde zien.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 34 - Quiz
Zal ik je naar huis brengen?', vroeg hij verlegen.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 35 - Quiz
opdracht 3, 4, 6, 7 & 8/blok 5
Maak opdracht 3, 4, 6, 7 en 8 op blz. 253 t/m 257.
Tevens huiswerk!!
Slide 36 - Slide
More lessons like this
spelling blok 5
May 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Blok 5 spelling directe en indirecte rede
May 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling blok 5 2ha
May 2020
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling blok 5 2ha
June 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H56
May 2020
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
wk 3 2e klas (spelling:leestekens/directe rede/komma) (schrijven: subjectief/objectief taalgebruik)
January 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2GA Nederlands 24/03/2022
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Blok 3 t/m 5 spelling 3VM
April 2023
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2