Ethiek 2.0 - Deontologie: Kant

Ethiek 2.0
Normatieve theorieën
Toegepaste ethiek
Consequentialisme (utilitarisme)
Bentham, Mill, Singer

Deontologie
Kant

Deugdethiek
Aristoteles, MacIntyre
Zorgethiek
Tronto




Ethiek en het geloof
Augustinus, Thomas, Kierkegaard


Verantwoordelijkheid
Habermas, Nagel

Arbeidsethiek
Marx, Smith

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ethiek 2.0
Normatieve theorieën
Toegepaste ethiek
Consequentialisme (utilitarisme)
Bentham, Mill, Singer

Deontologie
Kant

Deugdethiek
Aristoteles, MacIntyre
Zorgethiek
Tronto




Ethiek en het geloof
Augustinus, Thomas, Kierkegaard


Verantwoordelijkheid
Habermas, Nagel

Arbeidsethiek
Marx, Smith

Slide 1 - Slide

3

Slide 2 - Video

Immanuel Kant
1724 - 1804

Deontologie - plichtethiek
Categorisch imperatief

Slide 3 - Slide

Wat weten we nog van het utilitarisme?

Slide 4 - Mind map

Kants reactie op utilitarisme

  • Geen invloed op de gevolgen van een handeling

  • Niet laten leiden door verlangens en emoties

  • Vrijheid en geluk door de (goede) wil en autonomie

Slide 5 - Slide

Kants deontologie
  • De intentie van een handeling moet bepalend zijn

  • We hebben alleen invloed op de wil/intentie

  • Het gebruik van onze rede zorgt voor een goede wil

  • Autonomie zorgt voor vrijheid en geluk

Slide 6 - Slide

De categorische imperatief
  • Als we onze wil volgens de rede laten bepalen, dan volgt daaruit dat we volstrekt logisch moeten handelen.

  • Kant formuleerde hiertoe de categorische imperatief. Deze kent drie formuleringen, waarvan je er twee moet kennen.

Slide 7 - Slide

De categorische imperatief
  1. Handel slechts volgens die maxime, waarvan je redelijkerwijze kunt willen dat zij tot universele wet wordt.
  2. Handel zo, dat je de mensheid steeds ook altijd tegelijkertijd als doel-op-zich beschouwt, nooit alleen als middel.

Slide 8 - Slide

Waarom is liegen een tegenstelling (contradictie) volgens Kant?

Slide 9 - Open question

Wat bedoelt Kant precies met een tegenspraak (contradictie)?

Als jouw geuniversaliseerde wetmatige maxime intern logisch in tegenspraak is.


Slide 10 - Slide

Wat bedoelt Kant precies met een contradictie?
Voorbeeld: je houdt je niet aan een belofte (maxime)
--> in een wereld waarin niemand zich aan beloftes houdt (algemene wet) zijn beloftes überhaupt niet meer mogelijk!
--> daarom kun je deze maxime "niet willen"

Slide 11 - Slide

Is het moreel verantwoord als je uit bent op een one-night-stand volgens de categorische imperatief?
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet
D
Ik hoop het

Slide 12 - Quiz

Bedenk een voorbeeld van hoe mensen in de wereld gebruikt worden alleen als middel en niet als een doel-op-zichzelf?

Slide 13 - Open question

Hoe lastig vind je Kants deontologie?

Moeilijk <--- ---> Makkelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll