Calculeren les 4

• calculeren
• MBO
• Studiejaar 2

Calculeren les 4

calculeren en kengetallen 

Programma 

Herhaling calculeren tot nu toe

Lesstof over kengetallen 

leerdoelen 

Je weet wat de verschillende formules zijn voor calculeren en kunt deze ook toepassen.

Je weet wat kengetallen zijn en kunt deze ook berekenen.

Herhaling vorige week 

Even een paar vragen

Op welke drie momenten in het bedrijfsproces ga je calculeren?

Waarom ga je als ondernemer calculeren?

Uit welke twee onderdelen bestaat de kostprijs?

Om de kostenopslag in % de berekenen heb je welke twee gegevens nodig?

Kostenopslag kun je op drie manieren berekenen, welke zijn dit?

in %, per kilo en per stuk

Maken 

Afronden Elearning calculeren  

Opdrachten ter herhaling hoofdstuk 2

Werk in tweetallen de opdrachten op papier uit.

Je bespreekt samen de opdrachten 

Je kunt de opdrachten uitleggen aan de rest van de klas

(met formule en berekening)

Kengetallen 

Welke kengetallen moet je weten:

Omzet

Inkoopwaarde van de omzet

Brutowinst

Bedrijfskosten 

Nettowinst 

Inkoopwaarde van de omzet

Beginvoorraad

inkopen

eindvoorraad 

Brutowinst 

Omzet

-

inkoopwaarde van de omzet

=

Brutowinst 

Nettowinst 

Omzet

-

inkoopwaarde

-

 kosten

=

Nettowinst 

Eindvoorraad 1500
Beginvoorraad 2500
inkopen 2300
Wat is de inkoopwaarde van de omzet?

Omzet 100.000
inkoopwaarde 55.000
Wat is de brutowinst?

Omzet 100.000
inkoopwaarde 55.000
Kosten 27.000
Wat is de nettowinst?

Maken en opdracht 

Elearning kengetallen

Bedenk vijf vragen uit de Elearning en schrijf ze op het papier.  

 

Calculeren en kengetallen

leerdoelen 

Je weet wat de verschillende formules zijn voor calculeren en kunt deze ook toepassen.

Je weet wat kengetallen zijn en kunt deze ook berekenen.