Dit hoofdstuk gaat over iets kopen.
Je leert:
- woorden die te maken hebben met eten en drinken en kunt deze gebruiken.
- een gesprek waarin jongeren iets bestellen op een terras begrijpen.
- zinnen over eten en drinken schrijven.
- een tekst over een restaurant begrijpen. (lire)
- regelmatige werkwoorden op -er en kunt deze gebruiken.
- de ontkenning en kunt deze gebruiken.