Zugspitze 1 VMBO BK Schritt 1-4

Machen:
Maak de opdrachten achterin je WB Schritt 1-4 (Verbessern, Wiederholung, Grammatik+) op blz. 113-117 ter voorbereiding op de toets.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Machen:
Maak de opdrachten achterin je WB Schritt 1-4 (Verbessern, Wiederholung, Grammatik+) op blz. 113-117 ter voorbereiding op de toets.

Slide 1 - Slide

Welke vraagwoorden zijn er?

wie = wer

wat = was

waar = wo

waarheen = wohin

waarvandaan = woher

hoe = wie

wanneer = wann

waarom = warum

welk(e) = welche

Slide 2 - Slide

____________ gehst du in die Ferien (op vakantie)?
A
Wo
B
Wann
C
Was
D
Woher

Slide 3 - Quiz

____________ kommst du?
A
Wie
B
Wohin
C
Woher
D
Wer

Slide 4 - Quiz

_________ hat sie Geburtstag?
A
Was
B
Wohin
C
Wo
D
Wann

Slide 5 - Quiz

_________ geht es dir?
A
Wer
B
Wie
C
Wo
D
Was

Slide 6 - Quiz

De hoofdletters
Alle zelfstandige naamwoorden in het Duits krijgen een hoofdletter, ook midden in de zin!

Net als in het Nederlands, krijg je ook een hoofdletter aan het begin van de zin en bij namen.

Hoe weet je welke woorden zelfstandige naamwoorden zijn?

Slide 7 - Slide

Hoofdletters
  • Zelfstandige naamwoorden.
  • woorden waar je de/het/een voor kunt zetten (de vriend = der Freund)
  • Het woord 'U' in het Duits 'Sie'

  • Alle namen van mensen, dieren, landen en steden.
  • Het begin van elke nieuwe zin.

Slide 8 - Slide

Wat krijgt een hoofdletter?
wir fahren mit der familie in den skiurlaub.

Slide 9 - Open question

Vertaal volgende zin in het Duits. Hoe oud ben je?
A
Wie heißt du?
B
Woher kommst du?
C
Wie alt bist du?
D
Wer ist das?

Slide 10 - Quiz