Weißt du es noch?

Vraagwoorden, hoofdletters en getallen


Fragewörter, Großschreibung und Zahlen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vraagwoorden, hoofdletters en getallen


Fragewörter, Großschreibung und Zahlen

Slide 1 - Slide

Doelen

Je weet welke vraagwoorden er zijn
Je kunt ze in de zin plaatsen
Je kent de getallen t/m 20
Je weet wanneer je in het Duits een hoofdletter schrijft

Slide 2 - Slide

Fragewörter

Slide 3 - Slide

Welke vraagwoorden zijn er?

wie = wer

wat = was

waar = wo

waarheen = wohin

waarvandaan = woher

hoe = wie

wanneer = wann

waarom = warum

welk(e) = welche

Slide 4 - Slide

even checken!
Vul jij het juiste vraagwoord in?

Slide 5 - Slide

________ kommst du morgen? Um halb 10
A
wer
B
wie
C
wann
D
woher

Slide 6 - Quiz

_______ Musik magst du?
A
was
B
wie
C
welche
D
wohin

Slide 7 - Quiz

_______ hast du das gemacht?
A
wann
B
warum
C
wohin
D
woher

Slide 8 - Quiz

______ kommst du? Aus Frankreich
A
woher
B
wohin
C
warum
D
welche

Slide 9 - Quiz

Großschreibung

Slide 10 - Slide

der vater of der Vater
A
der vater
B
der Vater

Slide 11 - Quiz

dagen van de week
A
wel hoofdletter
B
geen hoofdletter

Slide 12 - Quiz

rechner of Rechner
A
rechner
B
Rechner

Slide 13 - Quiz

schwester of Schwester
A
schwester
B
Schwester

Slide 14 - Quiz

schön of Schön (= mooi)
A
schön
B
Schön

Slide 15 - Quiz

die Zahlen

Slide 16 - Slide

11

Slide 17 - Open question

16

Slide 18 - Open question

20

Slide 19 - Open question