Fragewörter und Großschreibung
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
wie = wer
wat = was
waar = wo
waarheen = wohin
waarvandaan = woher
hoe = wie
wanneer = wann
waarom = warum
welk(e) = welche
Luister naar het volgende filmpje.
Let op! Aan het einde volgt een vraag