Leesvaardigheid V5

Welke moeilijke woorden heb jij onderstreept?
pontificaal
bewogen
protagonist
tendens
subjectivering
lommerrijk
triviaal
rede
onversneden
mededogen
1 / 18
next
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke moeilijke woorden heb jij onderstreept?
pontificaal
bewogen
protagonist
tendens
subjectivering
lommerrijk
triviaal
rede
onversneden
mededogen

Slide 1 - Poll

Welke moeilijke woorden heb jij onderstreept?
nuance
schril
mantra
cynisme
subtiel
empathie
anders...

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

1. Bij welke alinea begint deel 3 'Enkelvoudige emoties'?

Slide 5 - Open question

2. Bij welke alinea begint deel 4 'Complexe emoties'?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

In welke twee van de onderstaande zinnen uit alinea 4 wordt dit "schrille beeld" het duidelijkst gekenschetst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

4. Neem de rechterkant van onderstaand schema over en citeer daar drie andere zinsgedeelten uit alinea 6 die inhoudelijk overeenkomen met de zinnen aan de linkerkant.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide