Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Ontstaan van een regenboog
A
verklaringsstructuur
B
probleem-oplossingstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
aspectenstructuur
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Ontstaan van een regenboog
A
verklaringsstructuur
B
probleem-oplossingstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
aspectenstructuur
Slide 1 - Quiz
In een tekst wordt in de inleiding een beschrijving gegeven van het vaccinatieprogramma tegen Covid-19. In het middenstuk worden de voors en de tegens van dit programma besproken. In het slot trekt de schrijver een conclusie.
Welke structuur past bij deze tekst?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor-en-nadelenstructuur
Slide 2 - Quiz
Welke tekststructuur hoort bij deze hoofdvraag, denk je?
Hoofdvraag: Op welke manier(en) kan het probleem worden opgelost?
A
Verleden-heden(-toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Probleem-oplossingsstructuur
D
Voor- en nadelenstructuur
Slide 3 - Quiz
Welke tekststructuur past het best bij een tekst over de toename van het aantal verkeersongelukken?
A
voor- en nadelenstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag- antwoordstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur
Slide 4 - Quiz
Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Is het handig om een coronaprik te halen?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
aspectenstructuur
D
voor- en nadelenstructuur
Slide 5 - Quiz
Welke tekststructuur herken je door een opsomming van positieve en negatieve kanten van een verschijnsel in de tekst?
A
argumentatiestructuur
B
probleem-oplossingsstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verklaringsstructuur
Slide 6 - Quiz
Sleep de juiste kern naar de juiste tekststructuur
verleden-heden-toekomststructuur
probleem-oplossings-structuur
verklaringsstructuur
situatie vroeger
situatie nu
kenmerken/voorbeelden
redenen/
oorzaken
verdere beschrijving van het probleem/oorzaken/
gevolgen/ oplossingen
Slide 7 - Drag question
Sleepvraag:
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
inleiding:
onderwerp
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
Slide 8 - Drag question
WAAR
NIET WAAR
Als een tekst een duidelijke, vaste tekststructuur heeft,
zijn verbinding- of signaal-woorden overbodig.
Een achtergrondartikel
leent zich minder goed voor een verklaringsstructuur
dan een nieuwsbericht.
Een opiniestuk leent zich beter voor een argumentatiestructuur
dan een nieuwbericht.
Een nieuwbericht heeft vaak een aspectenstructuur.
In een nieuwsbericht
valt de schrijver vaak
met de deur in huis:
het belangrijkste nieuws.
In een tekst met een probleem-oplossingstructuur
wordt nooit de oorzaak van het probleem besproken.
Slide 9 - Drag question
Sleepvraag:
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur