Signaalwoorden en tekstverbanden

Nederlands

Nederlands

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Slide

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 2 - Drag question

want
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 3 - Quiz

dus
A
reden
B
conclusie
C
tegenstelling

Slide 4 - Quiz

toch
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 5 - Quiz

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.
A
oorzaak/gevolg
B
reden
C
doel/middel
D
toelichting

Slide 6 - Quiz

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.
A
opsommend tekstverband
B
chronologisch
C
tegenstellend tekstverband
D
doel/middel verband

Slide 7 - Quiz

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.
A
vergelijkend
B
oorzaak/gevolg
C
toelichtend
D
voorwaardelijk

Slide 8 - Quiz

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
chronologie
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
reden

Slide 9 - Quiz

Vanwege het lawinegevaar konden we niet gaan langlaufen.
A
oorzaak/gevolg
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
concluderend

Slide 10 - Quiz

Hoewel hij arm is, leidt hij een heel gelukkig leven.
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 11 - Quiz

Voor een voetbalwedstrijd heb je een goede conditie nodig, daarom train ik twee keer per week.
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 12 - Quiz

Net als in Amerika gaan ook in Europa steeds meer mensen naar fastfoodketens.
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 13 - Quiz

Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 14 - Quiz

Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 15 - Quiz