Wat:
1. Lees de theorie over woordsoorten op blz. 246 en maak opdracht 1.
2. Lees je de theorie over bijvoeglijk naamwoord op blz. 247 en maak je opdracht 2.
3. Lees de theorie over persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord op blz. 30 en maak opdracht 1 en 2 op blz. 30 / 31.
Ondertussen deel ik de formele brief uit. Bekijk deze goed en kijk of je hier vragen over hebt.
Hoe: individueel, zo stil mogelijk werken, dus hooguit zachtjes fluisteren, je mag oortjes in