Week 8

1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

C'étaient comment, les vacances?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Le programme:

* Répéter bloc A
* Corriger les devoirs
* Bloc C: expliquer la grammaire
* Au travail
* La fin

SO chapitre 3: woensdag 24 maart 2021. Leer bloc A, B, C, D en Francofolies (p. 38 en 52 tekstboek).
Aan het einde van de les:

* ken je de woorden van bloc A.
* kan je de imparfait maken bij werkwoorden in het Frans (met een aantekening erbij).


Slide 3 - Slide

Le programme:

* Répéter bloc A
* Corriger les devoirs
* Bloc C: expliquer la grammaire
* Au travail
* La fin

Les devoirs:
ex. 1ac, 2, 6 et 7. 
Vous avez réussi? 


Aan het einde van de les:

* ken je de woorden van bloc A.
* kan je de imparfait maken bij werkwoorden in het Frans (met een aantekening erbij).


Slide 4 - Slide

Sleep de juiste Nederlandse vertaling naar het Franse woord.
le chanteur
écouter
la mère
déjà
le gâteau
tout le monde
prêt(e)
iedereen
luisteren
al
de zanger
de taart
klaar
de moeder

Slide 5 - Drag question

Traduis:
hij beslist
A
il décides
B
il décide
C
il décidez
D
il décida

Slide 6 - Quiz

Traduis:
zij is klaar
A
elle est prête
B
elle est prêt

Slide 7 - Quiz

Traduis:
de Poolse vader
A
le père polonaise
B
le père polonais

Slide 8 - Quiz

Traduis:
ik heb gewonnen
A
j'ai gagner
B
je suis gagner
C
j'ai gagné
D
je suis gagné

Slide 9 - Quiz

Le programme:

* Répéter bloc A
* Corriger les devoirs
* Bloc C: expliquer la grammaire
* Au travail
* La fin




Aan het einde van de les:

* ken je de woorden van bloc A.
* kan je de imparfait maken bij werkwoorden in het Frans (met een aantekening erbij).


Slide 10 - Slide

Corriger les devoirs
Ex. 1a (p. 93 WB)
1. zuiden
2. oosten
3. westen
4. noorden
Ex. 1c (p. 94 WB)
1. luxe, beroemdheden, warme vakanties
2. Nice, Cannes, St. Tropez
3. blauwe zee (azuurblauw)

Slide 11 - Slide

Corriger les devoirs
Ex. 2 (p. 94 WB)
Qui: l'acteur, la chanteuse, le footballeur
Quoi: le film, le concert, le match
Où: le stade, le cinéma, la salle de concert

Ex. 6a (p. 96 WB)
1. téléphoner - 2. la réponse - 3. décider - 4. la rencontre - 5. la chanson

Slide 12 - Slide

Corriger les devoirs
Ex. 6b (p. 97 WB)
1. Belgique - belge
2. France - français
3. États-Unis - américains
4. Pays-Bas - néerlandais
5. Angleterre - anglaise

Ex. 7
1. Il vient d'où exactement?
2. Il est d'origine polonaise.
3. Je suis déjà allée à un concert de Matt.

Slide 13 - Slide

Le programme:

* Répéter bloc A
* Corriger les devoirs
* Bloc C: expliquer la grammaire
* Au travail
* La fin




Aan het einde van de les:

* ken je de woorden van bloc A.
* kan je de imparfait maken bij werkwoorden in het Frans (met een aantekening erbij).


Slide 14 - Slide

Bloc C
Pak jouw schrift, schrijf als titel op: de imparfait.


Op de volgende slides staat de uitleg. De vetgedrukte tekst moet je overnemen, de rest mag maar is niet verplicht. 
Heb je een vraag tijdens de uitleg? Steek de hand op!

Slide 15 - Slide

Bloc C
Imparfait = verleden tijd. Je gebruikt het om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden. 

Stappenplan:
1. neem de nous-vorm van de présent (er eraf, ons erbij)
2. haal ons eraf, dan heb je de stam
3. zet de juiste uitgang erbij (die komen op de volgende slide)

Slide 16 - Slide

Bloc C
Uitgangen imparfait:
je: ais
tu: ais
il/elle/on: ait
nous: ions
vous: iez
ils/elles: aient

Slide 17 - Slide

Bloc C
Voorbeeld:
il ... (parler)

1. nous-vorm: parler -> parlons
2. ons eraf: parl (dit is de stam)
3. juiste uitgang: bij il is de uitgang ait, dus il parlait

Slide 18 - Slide

Bloc C
Let op!
Er is één uitzondering, namelijk het werkwoord être.
Stel, je wil het volgende invullen: nous ... (être)

1. nous-vorm: nous sommes
2. ons eraf: DAT KAN NIET! Ojee... wat nu?!

Slide 19 - Slide

Bloc C
Bij het werkwoord être kan je geen stam maken met het stappenplan, dus je krijgt de stam zomaar cadeau!
Stam être = ét
Je hoeft dan alleen nog maar stap 3 toe te voegen (dus de juiste uitgang). 
Ik was = j'étais
Wij waren = nous étions 

Het was = c'était.               Er was/er waren = il y avait. 

Slide 20 - Slide

Nu gaan we kijken of jullie het snappen!
elle ... (trouver)
A
elle trouvait
B
elle trouvais
C
elle trouvions
D
elle trouviez

Slide 21 - Quiz

on ... (avoir)
A
on avais
B
on avai
C
on avait
D
on avaient

Slide 22 - Quiz

vous ... (danser)
A
vous dansez
B
vous dansons
C
vous dansions
D
vous dansiez

Slide 23 - Quiz

Neem over en vul in:
ils ... (regarder)

Slide 24 - Open question

Neem over en vul in:
tu ... (avoir)

Slide 25 - Open question

Neem over en vul in:
elle ... (marcher)

Slide 26 - Open question

Hoe gaat het maken van de imparfait?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Le programme:

* Répéter bloc A
* Corriger les devoirs
* Bloc C: expliquer la grammaire
* Au travail
* La fin




Aan het einde van de les:

* ken je de woorden van bloc A.
* kan je de imparfait maken bij werkwoorden in het Frans (met een aantekening erbij).


Slide 28 - Slide

Au travail!
* Faites ex. 13cd et 14 (p. 102/103 WB) + werkblad (Magister)
* Temps: 8 minutes
* Les devoirs pour la semaine prochaine :)
* Travail individuel, questions? Posez-les!
* Après: c'est la fin.

Slide 29 - Slide

Le programme:

* Répéter bloc A
* Corriger les devoirs
* Bloc C: expliquer la grammaire
* Au travail
* La fin




Aan het einde van de les:

* ken je de woorden van bloc A.
* kan je de imparfait maken bij werkwoorden in het Frans (met een aantekening erbij).

SO chapitre 3: woensdag 24 maart 2021. Leer bloc A, B, C, D en Francofolies (p. 38 en 52 tekstboek).

Slide 30 - Slide

La fin
Aujourd'hui: répéter bloc A, corriger les devoirs, expliquer l'imparfait.

Wat is het stappenplan van de imparfait?

Les devoirs: ex. 13cd, 14 et 'werkblad imparfait' (Magister).

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide