Week 22

Bonjour!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour!

Slide 1 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc G
* Expliquer bloc H et I
* Au travail!
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* kan je de werkwoorden op RE vervoegen.
* kan je aangeven welk voorzetsel bij een land of een stad hoort.
* kan je een tekst lezen over vakantie in een land.


Slide 2 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc G
* Expliquer bloc H et I
* Au travail!
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* kan je de werkwoorden op RE vervoegen.
* kan je aangeven welk voorzetsel bij een land of een stad hoort.
* kan je een tekst lezen over vakantie in een land.


Slide 3 - Slide

Corriger les devoirs
Ex. 27c
(p. 25)

j'entends
j'ai entendu
tu entends
tu as entendu
il/elle entend
il/elle a entendu
on entend
on a entendu
nous entendons
nous avons entendu
vous entendez
vous avez entendu
ils/elles entendent
ils/elles ont entendu

Slide 4 - Slide

Ex. 27d (p. 26 WB)
  1. réponds
  2. attends
  3. entendons
  4. vend
  5. perdent
  6. rend 

Slide 5 - Slide

Ex. 27e (p. 26 WB)
  1. as entendu
  2. avons perdu
  3. a rendu
  4. a perdu
  5. ont répondu
  6. ont attendu

Slide 6 - Slide

Ex. 1 (p. 5 WB)
1a. C, D, E, F, G, H
1b. 1: in eigen land of in Franstalige landen.
       2: omdat daar Frans wordt gesproken.
       3: Senegal of Marokko.

Slide 7 - Slide

Ex. 1c (p. 6 WB)
1. Spanje
2. de Alpen
3. de Middellandse zee
4. oosten
5. Bretagne
6. Nice

Slide 8 - Slide

Ex. 2
Faire du ski = vacances à la neige
Nager = vacances au soleil
La plage = vacances au soleil
Faire de la plongée = vacances au soleil
Faire du snowboard = vacances à la neige
La mer = vacances au soleil

Slide 9 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc G
* Expliquer bloc H et I
* Au travail!
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* kan je de werkwoorden op RE vervoegen.
* kan je aangeven welk voorzetsel bij een land of een stad hoort.
* kan je een tekst lezen over vakantie in een land.


Slide 10 - Slide

Répéter bloc G
Présent
Stappenplan:
1. hele werkwoord min RE
2. uitgang erachter plakken - welke waren dat ook alweer?

Passé composé
Vorm van avoir + voltooid deelwoord (hele werkwoord min RE + u, bijv. attendu)

Slide 11 - Slide

Vervoeg in de présent en neem onderwerp over:
je (vendre)

Slide 12 - Open question

Vervoeg in de présent en neem onderwerp over:
ils (répondre)

Slide 13 - Open question

Vervoeg in de présent en neem onderwerp over:
Pien (perdre)

Slide 14 - Open question

Vervoeg in de p.c. en neem onderwerp over:
tu (entendre)

Slide 15 - Open question

Vervoeg in de p.c. en neem onderwerp over:
vous (rendre)

Slide 16 - Open question

Vervoeg in de p.c. en neem onderwerp over:
on (vendre)

Slide 17 - Open question

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc G
* Expliquer bloc H et I
* Au travail!
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* kan je de werkwoorden op RE vervoegen.
* kan je aangeven welk voorzetsel bij een land of een stad hoort.
* kan je een tekst lezen over vakantie in een land.


Slide 18 - Slide

Expliquer bloc H et I
Pak aantekeningenschrift en schrijf als titel op: 
Voorzetsels bij landen en steden

Vetgedrukte tekst = verplicht om over te nemen.
Niet vetgedrukte tekst = niet verplicht.

Slide 19 - Slide

Bloc I
Voorzetsels: in, naar, op, naast etc. Bij steden en landen gebruik je in of naar.

in Parijs = à Paris
in Silvolde = à Silvolde
Bij steden/dorpen gebruik je à.

Slide 20 - Slide

Bloc I
naar Marokko = au Maroc
in Frankrijk = en France
in Nederland = aux Pays-Bas

Wanneer zou je nou au, en of aux gebruiken?

Slide 21 - Slide

Bloc I
Bij landen gebruik je 3 voorzetsels:
au -> mannelijke landen (Maroc, Danemark, Japon)
en -> vrouwelijke landen (France, Hollande, Allemagne, Chine)
aux -> meervoudslanden (alleen Pays-Bas en Etats-Unis)

De meeste landen zijn vrouwelijk (eindigen vaak ook op een e). Er zijn maar 2 meervoudslanden. Weet je het niet zeker? Dan is het vaak een vrouwelijk land.                              -einde aantekening-

Slide 22 - Slide

Bloc H (p. 68 TB)
- Wat zou de titel: Colonies de vacances betekenen?
- Naar welk land gaan ze?
- Wat voor soort tekst is dit? Waar kan je dit tegenkomen?
- Hoe is de tekst ingedeeld? Wat valt er op?

Slide 23 - Slide

Au travail!
* Faites ex. 28 (p. 26 WB), ex. 32bcd (p. 30 WB) et ex. 33. 
* Travail individuel ou à deux.
* Questions? Posez-les!
* Temps: environ 10 minutes.
* Après: la fin du cours.
* Prêt? Apprenez les mots de vocabulaire H.
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc G
* Expliquer bloc H et I
* Au travail!
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* kan je de werkwoorden op RE vervoegen.
* kan je aangeven welk voorzetsel bij een land of een stad hoort.
* kan je een tekst lezen over vakantie in een land.


Slide 25 - Slide

Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Terborg
Pays-Bas
Dinxperlo
Suède
Sénégal
Maroc
Angleterre
États-Unis

Slide 26 - Drag question

La fin
- Qu'est-ce qu'on a appris aujourd'hui?

- Les devoirs:
Faire = ex. 28, 32bcd et 33.
Apprendre: bloc H et I.

Slide 27 - Slide