4H - 13 mrt herhalen keuzevoorzetsels

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4H - 13 mrt herhalen keuzevoorzetsels

Wechselpräpostionen

ergens zijn	ergens komen
Das Poster hängt an d er Wand.	Ich hänge das Poster an d ie Wand.
Ich sitze auf dies em Stuhl.	Ich setze mich auf dies en Stuhl.
Er ist in d em Restaurant.	Er kommt in d as Restaurant.
Die Lampe hängt über d em Tisch.	Er hängt die Lampe über d en Tisch.

In de zinnen links en rechts zie je dezelfde voorzetsels, maar aan beide kanten zie je een andere naamval.

ergens zijn = derde naamval (d = d) vergelijkbaar met stilstand (waar?)

ergens komen = vierde naamval (v = v) vergelijkbaar met beweging (waarheen?)

Wechselpräpostionen

Als deze voorzetsels voorkomen moet je je afvragen of te maken hebt met ergens zijn of  met ergens komen.

In de volgende oefening ga je de situaties leren te herkennen.

Wechselpräpositionen

Bij tijdsaanduiding --> als je kunt vragen wann? (wanneer?)

--> 3e naamval na de Wechselpräpositionen

Wir übernachten in diesem Hotel.

1. 3e naamval
2. 4e naamval

Ich warte vor dem Kino auf dich.

1. 3e naamval
2. 4e naamval

Ich lege das Buch auf den Tisch.

1. 3e naamval
2. 4e naamval

Der Baum steht neben dem Haus.

1. 3e naamval
2. 4e naamval

Wir fahren an den Strand.

1. 3e naamval
2. 4e naamval

Der Taxifahrer setzt sich in sein Taxi.

1. 3e naamval
2. 4e naamval

Der Zug fährt in den Bahnhof ein.

1. 3e naamval
2. 4e naamval